dinsdag 28 december 2010

Cambodia, Thailand and second time in Laos

zondag 12 december 2010

Over het (voorlopige) einde van mijn omzwervingen

Omdat ik de afgelopen maanden op zoek ben geweest naar werk, kwam het er niet van om mijn blog bij te werken. Momenteel ben ik in het zuiden van Thailand (Nakhon Sri Thammarat) en heb ik even niet zoveel te doen dus ik heb tijd voor een beschrijving van de afgelopen paar maanden. Ik zal beginnen waar ik de laatste keer gebleven was.

Na alle mooie ervaringen in Laos vond ik Cambodja toch enigszins een teleurstelling. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik er maar kort was en weinig heb gezien maar toch vond ik de mensen er minder vriendelijk, de verkopers en tuk-tuk chauffeurs opdringeriger en het land in het algemeen verpest door toerisme en expats. Desalniettemin heb ik er een leuke tijd gehad.
Na en lange rit vanuit Don Det in Laos met vijf verschillende maar allemaal even krappe minibusjes kwam ik 's avonds in het toeristische lakeside in Pnom Penh aan. Hoewel 'lakeside' misschien romantisch klinkt is het eerder een armoedige backpackers-sloppenwijk. Mijn guesthouse was een krakkemikkig gebouw van hout en plastic boven het water. De steeg naar het guesthouse was continue overstroomd dus je had steeds natte voeten bij het naar buiten en binnengaan. Bovendien werd het meertje waar de wijk aan lag volgestort met zand omdat de overheid nieuwe wolkenkrabbers wilde bouwen. De accomodatie in riverside aan de andere kant van de stad was duurder en beter maar de sfeer was niet super vanwege de grote aantallen prostituees de overal rondhingen. Na 2 dagen ben ik naar een beter hostel gegaan die niet in een van deze twee toeristische gebieden lag.
In Pnom Penh was er niet heel veel te zien maar ik ben naar het nationale museum geweest waar beelden uit Angkor en van de oude Khmer beschaving te zien waren, heel indrukwekkend. Ik ben verder naar de belangrijkste tempel van het land geweest en heb de Tuol Sleng-gevangenis en de Killing Fields gezien. Het laaste was een plaats waar alle gevangenen van het Rode Khmer regime in de jaren '70 werden geexecuteerd en begraven. Dit maakte veel indruk op me omdat het geen steriele herdenkingsplaats is. De massagraven zijn eigenlijk relatief nieuw (ongeveer 30 jaar oud)en niet helemaal netjes opgegraven. Door het vele regenen in de regentijd kwamen er nog steeds kledingstukken en bot- en tandresten omhoog uit de bodem, waar je als toerist op je slippertjes doorheen moet lopen. Een schokkende en confronterende ervaring.
Na Pnom Penh ben ik naar Siem Reap (Siem Reap betekent overigens 'Siam (Thailand) verslagen', er vond hier ooit een slag plaats, vandaar deze weinig politiek correcte naam) gegaan de plaats waar de Tempels van Angkor zijn. In Siem Reap heb ik ook weer een aantal van mijn oude reisgenoten omtmoet: Chris, Matt, Karina, Kai en Ian en met hen was het wederom heel gezellig.
Ankor was de oude hoofdstad van het Khmer rijk, welke ooit een groot deel van Zuidoost Azie omspande. De beroemdste tempel is Angkor Wat, naar verluidt het grootste religieuze gebouw ter wereld en oorspronkelijk een tempel gewijd aan Vishnu. Later werden de Khmers (en andere zuidoost aziaten) echter Boeddhistisch en werd de tempel gewijd aan Boeddha. Er zijn in Ankor echter veel meer tempels in verschillende staten van ontbinding. De toegangsprijs voor de Tempels van Angkor was pittig: 40 dollar voor 3 dagen (of 20 voor 1 dag) maar ik had weinig keus. Ik heb ook een fiets gehuurd om op eigen houtje de ruines te kunnen ontdekken, de andere optie was om me te laten rondrijden door een tuktuk maar dit was duurder en ik vind het niet prettig om me als verwende toerist te laten rondrijden. Fietsen was aangenaam maar het was wel enorm zweten geblazen vanwege het tropische klimaat. De tempels waren prachtig, hopelijk kan ik binnenkort wat foto's uploaden.
Vanuit Siem Reap ben ik naar Bangkok gegaan. Ik was ongeveer 20 jaar geleden ook al in Thailand en ondanks dat ik me er niet heel van kan herinneren merk ik wel dat het hier erg veranderd is. Het is verreweg het meest ontwikkelde zuidoost aziatische land waar ik geweest ben. Zo zijn de wegen er goed zijn er overal supermarktjes van de 'Seven Eleven'-keten. Bangkok is een bruisende stad met grote contrasten, ik heb nog nooit zulke grote en overdadige shoppingmalls gezien maar aan de andere kant slapen er 'snachts mensen op straat. Je kunt hier naar het verschrikkelijke khao San road om je vol te gieten met bier en je een ongeluk te kopen aan namaakkleding of een tatoeage te laten zetten maar aan de andere kant hoef je weinig moeite te doen om het 'echte' Bangkok te zien.
Via een tip van mijn reisgenote Karina kwam ik uit bij Phiman Waterview Guesthouse. Phiman is een oase van rust in deze hectische stad. Misschien is het nog het best te vergelijken met een europese hippiekolonie/kraakcommune en er hangt hier veel kunst en er wonen hier veel kunstenaars. Het guesthouse is gelegen aan de Chao Praya rivier welke overdag verkoeling biedt en 's avonds is het hier gezellig om met anderen aan het water te zitten. Het waterpeil is imiddels een stuk lager maar de eerste keer dat ik hier kwam was de rivier zo hoog dat de omliggende steegjes en huisjes twee keer per dag onder water stonden. Vandaar dat er loopplanken door de steegjes lopen zodat je droge voeten kunt houden.
De eerste keer in Bangkok heb ik een oude reisgenoot uit Laos (Michael) weer ontmoet en na een paar dagen kwamen Chris en Thirza ook naar Bangkok. Met hen heb ik Bangkok een beetje ontdekt waarna we samen zijn doorgereisd naar Koh Phi Phi. Koh PP is enorm toeristisch en vrij klein dus ik zou het niet direct aanraden, maar toch heb ik er een hele leuke tijd gehad. We zijn een aantal keer naar een strand geweest en hebben een dag een uitstapje met een boot gemaakt. Ook heb ik voor het eerst in een hele lange tijd weer eens goede muziek gehoord tijdens het uitgaan.
Na Koh PP ben ik met de boot naar Phuket gevaren waar mijn achterneven wonen. Mijn achterneef Evert werkt op een olieboorschip en kan met zijn salaris een vorstelijk leven leiden in Phuket. Gezellig om er even te zijn en weer wat typisch Nederlandse dingen te eten. Helaas kreeg ik de griep op de tweede dag dat ik er was dus heb ik veel tijd slapend op de bank doorgebracht. Mijn achterneven zijn bevriend met lokale vissers met een niet-thaise achtergrond (eerder verwant aan maleisiers) die zichzelf de sea gypsies noemen. Het waren vriendelijke mensen die ik een aantal keer gezien heb en we zijn ook op een van hun lokale feesten geweest (verplicht meedansen en meedrinken). Toen ik enigszins hersteld leek te zijn besloot ik verder te reizen naar Chiang Mai in noord-Thailand. Omdat het twee lange airconditioned busritten van meer dan 12 uur waren en omdat ik nog niet helemaal hersteld was denk ik dat ik tijdens deze reis een nare keelontsteking heb opgelopen.
In Chiang Mai heb ik niet heel veel gedaan maar ik heb hier wel een goede vriend van mijn vader ontmoet en we zijn samen met zijn (japanse) vriendin naar een japans restaurant geweest waar ik misschien wel het beste Japanse eten ooit heb gegeten.
Vanuit Chiang Mai vertrok ik voor de tweede maal naar Vientiane om te proberen werk te zoeken en zat mijn reis er, althans voorlopig, op.
De tweede keer dat ik in Laos was ben ik voor een maand alleen in Vientiane gebleven. Ik heb een pak laten aanmeten mijn CV geupdate en heb ongenodigd een conventie over clusterbommen bezocht om te proberen werk te vinden maar het mocht allemaal niet baten. NGO's rectruteren vaak uit hun eigen land en als ze al mensen op lokatie zoeken zijn dat vaak (goedkopere en de lokale taal machtige) locals. Ik heb wel een fijne tijd gehad want ik heb veel interessante mensen ontmoet, waaronder reizigers die ik eerder en heel ver weg (Iran, Oezbekistan) al tegen was gekomen. Ook was het fijn om Apple weer te zien, het meisje dat ik eerder in Laos ontmoet had. Ik ben een dag naar een festival in haar dorp geweest en ben daarna op de rijstboerderij van haar ouders blijven slapen. Het volgende weekend is ze mij op komen zoeken in Vientiane en we hadden wederom een fijne tijd. Op de dag dat ze terug zou gaan naar haar dorp kreeg ze een telefoontje dat haar Australische verblijfsvergunning toegekend was en inmiddels zit ze dus in Australie. Jammer dat we dus afscheid moesten nemen maar begrijpelijk vanuit haar kant en bovendien hadden we om veel redenen geen toekomst samen.
Omdat mijn Laotiaanse visum verliep besloot ik eieren voor mijn geld te kiezen en om te proberen om dan maar werk in Bangkok te zoeken. Werk vinden in Bangkok was ook lastig. Ik heb diverse malen mijn CV gestuurd en ben in pak bij een aantal talenscholen langsgeweest maar ik heb niet een reactie teruggehad. Toch heb ik ook in Bangkok een fijne tijd gehad en weer oude medereizigers ontmoet en nieuwe vrienden gemaakt.
Inmiddels ben ik in Nakhon Sri Thammarat een belangrijke en oude plaats in het zuiden van Thailand (de Nederlanders hadden hier ooit een handelspost). Een oude reisgenoot heeft hier een baan als leraar engels gevonden en heeft hier een goed leven. Hij heeft me uitgenodigd om hier met de Kerst langs te komen. Samen met een meisje uit Argentinie ben ik hier in de ochtend van eerste kerstdag aangekomen. Het meisje uit Argentinie, Lucia, is erg jong en nooit eerder in Azie geweest. Ze was bij aankomst in Bangkok nogal overweldigd door de nieuwe indrukken en het ging niet helemaal goed met haar dus ik bood haar aan om tijdens de kerst samen met mij naar het zuiden te reizen. Inmiddels gaat het beter met haar en morgen gaat ze haar eigen weg. In Nakom Sri Thammarat wonen een aantal jonge 'expats' die met name leraar Engels zijn en ze zijn duidelijk erg van het leven aan het genieten. Ze leven hier voor weinig in kasten van huizen en ze gaat in het weekend vaak naar een van de nabijgelegen eilanden om te feesten. Tijdens eerste kerstdag zijn we uitgenodigd voor een Kerstontbijt en later voor een Kerstdiner in een ander huis. Toch nog een beetje een kerstgevoel ondanks het gebrek aan sneeuw hier ;)Gisteren (tweede kerstdag) zijn we naar een waterval geweest. Verbluffend mooi en uitstekend om te zwemmen.

Ik twijfel nog wat ik zal doen met oud & nieuw ga doen. Ik kan een braziliaanse vriend opzoeken op Koh Tao of ik kan met de lokale expats mee naar Koh Pha Ngan, beide eilanden waar feesten worden georganiseerd. Ook ben ik bijna door mijn geld heen en twijfel ik over wat ik zal doen in de nabije toekomst. Ik zou hier werk kunnen zoeken, er zijn hier namelijk banen en het leven is hier een stuk aangenamer dan in Bangkok. Aan de andere kant is mijn geld dus bijna op en zal het lastig worden om te leven tot aan mijn eventuele eerste salaris en bovendien begin ik Nederland enigszins te missen. Ik besef me echter terdege dat het waarschijnlijk alleen de eerste 10 dagen leuk zal zijn, waarna de harde werkelijk(loos)heid zich zal aandienen. Om over de kou maar niet te spreken. Moeilijke beslissingen dus maar het is allemaal goed. We zien wel. Tenslotte wil ik iedereen een heel gezond en gelukkig 2011 wensen met evenveel mooie indrukken, belevenissen en ontmoetingen als ik in 2010 heb gehad!

maandag 1 november 2010

Iran!



Na lange tijd weer even een kort berichtje. Ik ben momenteel in Vientiane en alles gaat okee. Ik ben een tijdje ziek geweest, eerst een griepje en toen een keelonsteking. Nu ben ik hard aan het solliciteren want ik heb nog maar ongeveer twee weken om werk te vinden. Ik heb dus weinig tijd om mijn blog bij te werken. Bij deze dus mijn foto's uit Iran als zoethoudertje.

maandag 20 september 2010

Laos



Updated with some extra photos taken by fellow travellers!

zondag 19 september 2010

Een maand in Laos

Vanuit Siem Reap, Cambodja, een update over een mooie maand in Laos.

Zoals ik eerder verteld had heb ik in Houai Xai meegedaan met de gibbon experience. Een dure grap (250 dollar) maar wel een unieke kans om diep in het regenwoud te komen. Het principe van de Gibbon Experience is om toeristen op een verantwoorde manier in aanraking te laten komen met de jungle met behoud van de natuur en waarbij de lokale bevolking ook profiteert van het toerisme. Het gave aan de gibbon experience is dat er naast het vele hiken ook een aantal kabelbanen zijn (tot wel 2 kilometer lang) die je over de valleien in de heuvelachtige jungle transporteren. Het is echt supergaaf om hoog over de boomtoppen heen te zoeven. Vanwege het mistige en regenachtige weer was er soms weinig te zien anders dan de witte wolken om je heen en vaag in de diepte wat groen van de bomen. Op andere momenten zag je de jungle om je heen en de hoogte (soms wel 50 meter) waarop je over de valleien ging. 'S nachts sliepen we in een boomhut op ongeveer 20 meter hoogte vanwaar het uitzicht simpelweg verbluffend was. Vanwege het seizoen regende het wel bijna voortdurend, wat het erg zwaar maakte om door de jungle te hiken. Bovendien waren we steeds door en door nat en onze kleren wilden ook niet meer droog worden. Bij iedere wandeltocht waren er ook steeds mensen die bloedzuigers op hun enkels hadden zitten. Gelukkig kon ik ze steeds weghalen voordat ze me daadwerkelijk beten.
Op een gegeven moment nam ik een kabelbaan naar onze boomhut en doordat ik zo snel was en hard moest afremmen viel mijn camera uit het hoesje de diepte in. Ik moest hem dus samen met twee gidsen gaan halen. Er was echter geen pad naar de plek onder de boomhut. Misschien duurde het maar tien minuten om er te komen maar het was ongelofelijk zwaar. De route liep door een beekje en langs glibberige hellingen zonder houvast. Bij terugkomst was ik volledig uitgeblust en had ik vier bloedzuigers op mijn enkels. Ik besefte mij toen dat ik het niet lang zou uithouden alleen in de jungle. Gelukkig heeft mijn camera de val overleefd.
Toen we na twee nachten de jungle weer uitkwamen na een wandeltocht van drie uur bleek dat de jeep die ons gebracht had ons niet kon komen ophalen vanwege het regenachtige weer. Dit betekende dat we nog eens 4 uur naar de grote weg moesten wandelen over een glibberige modderige weg over hoevels en door riviertjes. We waren dus uitgeblust aan het einde van de dag. Tijdens de gibbon experience heb ik naast een engels stel ook Chris en Matt ontmoet uit Melbourne en sindsdien reis ik al langer dan een maand min of meer met ze op. Soms ga ik naar een andere plaats of vertrek ik wat eerder maar we komen elkaar toch steeds weer tegen. Samen met nog een aantal anderen die we ook steeds weer tegen komen is het vaak gezellig en het is best jammer dat we over een tijdje allemaal weer onze eigen weg gaan.
Na de gibbon experience ben ik met de boot van Hua Xai over de Mekong rivier naar Luang Prabang gegaan. Deze tocht duurt twee dagen met tussenstop en overnachting in het plaatsje Pak Beng. Het was erg mooi om de ongerepte bossen langs de oevers van de Mekong te zien en eigenlijk was het best vreemd om te zien dat er maar zo weinig bebouwing en ontwikkeling in Laos is.
Luang Prabang is misschien wel de mooiste stad van Zuidoost Azie en het is tevens een Unesco World Heritage site. De stad wordt aan twee kanten omgeven door rivieren en er is een heuvel (uiteraard met tempels) in het midden van de stad. Verder staan er door de hele stad een aantal belangrijke monumentale tempels en veel oude Franse koloniale gebouwen. In de omgeving zijn ook een aantal mooie watervallen waar het ook mogelijk is om te zwemmen. In Luang Prabang kwam ik ook geheel toevallig Chris Schut tegen, een oude klasgenoot van de middelbare school. Ik wist wel dat hij en zijn vriendin Thirza op reis zouden gaan omdat hij in mijn oude stamkroeg/disco in Harderwijk werkte en ik hem met kerstmis nog gesproken heb, maar we hadden totaal niet verwacht dat we elkaar tegen zouden komen. We hebben later in Vientiane afgesproken maar daarover later meer.
Na Luang Prabang ben ik naar Vang Vieng gereisd. Ondanks zijn verbluffend mooie omgeving een beetje te vergelijken met Yangshuo in China (zie eerdere foto's en blogberichten), staat Vang Vieng bekend als een 'party place'. De hoofdattractie van Vang Vieng is het zogenaamde 'tuben', het in een tractorbinnenband afzakken van een rivier waarlangs allemaal bars staan waar je voor weinig veel kunt drinken. Ook zijn er allemaal slingers en glijbanen die je in de rivier lanceren. Misschien is dit alles niet geheel cultureel verantwoord maar ik vond toch dat ik het meegemaakt moest hebben, en het was, moet ik eerlijk bekennen, best leuk. Ik heb het wel enigzins rustig aan gedaan omdat er veel (ernstige) ongelukken gebeuren vanwege de mate van beschonkenheid van veel toeristen. Bovendien is de stroming in de rivier best pittig met allerlei rotsen en ook zijn de slingers en glijbanen totaal niet veilig. Ambulances of reddingsbrigades zijn er niet in Vang Vieng. Vanwege de niet zo frisse waterkwaliteit in Vang Vieng heb ik ook een oogingfectie 'pink eye' opgelopen, net zoals ongeveer 75 procent van de andere reizigers.
Na Vang Vieng ben ik naar Vientiane, de hoofdstad van Laos, afgereisd omdat ik daar met Chris en Thirza had afgesproken. Op zich is Vientiane maar een klein en rustig plaatsje (250000 inw) en er is niet superveel te doen. Toch is het leven er denk ik vrij aangenaam vanwege de vele westerse en fusion restaurants, naast de lokale restaurants en foodstalls natuurlijk. Ook zijn er supermarkten en engelse boekhandels. Er wonen ook veel expats in Vientiane. In Vientiane heb ik een paar hele leuke dagen gehad. We zijn ondere andere naar een traditioneel Laotiaans kruidenstoombad (oa. met citroengras) geweest met massage achteraf, in een gammel houten huisje bij een tempel. Niet duur en heel ontspannend.
We zijn ook naar de enige bowlingbaan in Laos geweest en we zijn een aantal keer uitgeweest. Toen we op een avond uit waren heb ik ook een heel leuk Laotiaans meisje ontmoet en zij is onder andere de reden waarom ik van plan ben om over een paar weken terug te keren naar Vientiane om daar werk te zoeken. De laatste dag in Vientiane ben ik met Sunisa (of Apple, haar engelse naam) naar een (boeddhistische) tempel geweest om te bidden voor voorspoed en een veilige reis, heel bijzonder.
Na vientiane ben ik met de nachtbus naar Don Det in het zuiden van Laos gegaan. Het was een sleeper-bus en toen ik binnekwam was ik aanvankelijk aangenaam verrast want de bedden waren ongeveer even groot als een eenpersoonsbed, helaas bleek dat ik mijn bed moest delen met een vreemdeling. Don Det is een van ongeveer 4000 eilanden in de Mekong rivier waar het heerlijk relaxen is in een hangmatje aan de waterkant. Verder is er weinig te doen en zijn de faciliteiten vrij eenvoudig, zo is het water uit de douche eigenlijk water uit de (vervuilde) Mekong. Helaas moest ik hier na twee dagen alweer weg omdat mijn Lao visum verliep.

Al met al heb ik een hele fijne tijd in Laos gehad vooral door de mooie ongerepte natuur en de vriendelijke mensen, toch een groot verschil met andere landen. Het had ook te maken met de andere reizigers die ik onderweg ontmoet heb.

Nu ben ik dus in Cambodja maar daar schrijf ik in een ander blogbericht wel over. Het plan is om morgen naar Thailand te gaan. Ik weet nog niet precies welke richting ik eerst op zal gaan maar ik wil naar Bangkok om een laptop te kopen, welke ik nodig zal hebben als ik ergens werk wil vinden en als ik me wil vestigen. Ik wil ook naar Chiang Mai om een vriend van mijn vader te ontmoeten en om Yoga te doen en ik wil ook nog naar Phuket om een neef van mijn moeder te ontmoeten. Allemaal uithoeken van het land en ik moet over ongeveer 2 weken van mezelf op zoek naar werk. Ik heb dan 1 maand om werk te zoeken (voordat het geld op is;). Het zal waarschijnlijk het makkelijkst zijn om een baan als engelse leraar te vinden maar er zijn ook een hoop NGO's actief in Vientiane en veer een van hen werken lijkt me helemaal perfect.

In de volgende blogberichten zal ik een beschrijving geven van mijn tijd in Cambodja en Thailand en over mijn (hopelijk succesvolle) banenjacht in Vientiane.

vrijdag 27 augustus 2010

Weer terug en morgen weer verder

Ik ben vandaag teruggekomen van de gibbon experience. Het was gaaf maar ook heel heel zwaar, maar daarover later meer. Morgen zak ik met de langzame boot de mekong rivier af om in twee dagen in Luang Prabang aan te komen, dus misschien kan ik pas over twee dagen pas weer internetten. In ieder geval ben ik moe maar nog niet voldaan dus ik ga nu even wat eten...

dinsdag 24 augustus 2010

3 dagen biet bereikbaar

Bij aankomst in Houa Xai heb ik meteen een ticket gekocht voor de gibbon experience. Een tocht van 3 dagen door de jungle waarbij je slaapt in hoge boomhutten en tussen deze hutten zijn kabelbaantjes. Niet goedkoop maar als het goed is wel de moeite waard. Hierover later meer....

Helaas geen scooter roadtrip

Nadat ik gisteren 120 km op een scooter heb gereden om hem uit te testen en ik naar de brommerverhuur ging om te onderhandelen, bleek dat de bewuste scooter eigenlijk helemaal niet te koop was. De mevrouw van de brommerverhuur had het verkeerd uitgelegd of ik had het verkeerd begrepen maar degenen die te koop waren, waren echt te slecht voor 350 euro. Ik heb nog even met de eigenaar van mijn guesthouse gekeken naar tweedehands scooters (te slecht) en naar nieuwe (te duur en van Chinese makelij). Ook kwam er een vriendin van de eigenaar van mijn guesthouse langs met een Honda scooter (400 euro) die op zich okee is maar wel oud en ik zou hiervoor dus eerst een aantal onderdelen moeten vervangen. Dit kost me allemaal teveel tijd, want ik zit hier al een paar dagen, dus ik heb besloten om vandaag maar door te gaan en dan af en toe in Laos een scooter te huren. Wel jammer maar het is een heel gedoe voor (inmiddels) 3 weken rondtoeren en bovendien zijn de afstanden naar zuid-laos en de plaatsen die ik wil zien toch best aanzienlijk.

maandag 23 augustus 2010

zondag 22 augustus 2010

Update vanuit Laos

Inmiddels ben ik twee dagen in Laos en ik heb weer een hoop in te halen.
Na Chengdu zijn Stijn, Casper en ik doorgereisd naar Dali, via Kunming. Dali ligt in de bergen van Yunnan aan een meer. Dali was ooit een backpackerparadijs maar inmiddels is het ook ontdekt door de Chinese toeristische industrie. Er zijn dus naast veel westerse toeristen ook duizenden Chinese toeristen. Toch is het er nog steeds heel mooi. Noodgedwongen, omdat we geen eerdere trein uit Kunming konden krijgen, moesten we 5 dagen in Dali blijven en we hebben er vooral rustig aan gedaan (vanwege de regen). Ook zijn we een dag in de bergen gaan lopen en we hebben 1 dag gefietst. Tijdens de fietstocht raakte stijn zijn ketting van zijn fiets en we moesten dus even stoppen. Toevallig was dat bij de oprit van een klein boerderijtje. Toen de boer ons zag vroeg hij of we binnen wilden komen voor een kopje thee. Bij de thee kregen we geen koekjes, zoals in Nederland, maar keiharde gedroogde zoete bonen en een soort komkommer. Het was leuk om een Chinese boerderij van binnen te zien en het moet aangenaam zijn om er te wonen. Ook kwam er later een jongen Chinese vrouw die een beetje engels sprak en die ons uitlegde dat zij en de boer mensen waren van het Bai-volk (een volk oorspronkelijk afkomstig uit Tibet). Toen we weggingen kregen we ieder zo'n komkommer-achtige vrucht mee.

Na Dali gingen we via kunming naar Yangshuo. In het gebied rondom Yangshuo en Kunming staan karstformaties (bergen/heuvels) die een hele aparte voor hebben. Het gebied is erg beroemd en het staat ongetwijfed in iedere reisgids. Werderom, zoals overal in China, was het ook hier supertoeristisch. Gelukkig sliepen wijzelf in een klein dorpje op 1 uur rijden van Yanghsuo. Ook daar was het vrij toeristisch maar na 6 uur vertrokken alle toerbussen met Chinezen weer dus 's avonds was het rustig. Bovendien zijn alle Chinese toeristen altijd in een of twee straten te vinden dus als je even links of rechts gaat dat ben je weer gewoon tussen de lokale mensen. In Xingping, het dorpje waar we sliepen hebben we onder andere een heuvel beklommen waar we een fantastisch uitzicht hadden op een tussen de karstbergen door meanderende rivier. (foto's komen nog, het uploaden lukt nu even niet). Ook hebben we een kanotocht gemaakt over een hele rustige rivier met alleen waterbuffels en een paar vissers. Een superrelaxte dag maar ik ben in mijn hele leven nog nooit zo erg verbrand geweest.

Vanuit Yangshuo wilden we naar Hong Kong maar vanwege de zomerdrukte konden we niet op tijd een treinkaartje kopen, dus we moesten een sleeper bus nemen, een bus met bedden. De chauffeur en de weg waren in principe prima maar de bedden waren veels te klein voor ons, bovendien lig je eigenlijk schuin met je voeten naar beneden. Echt veel geslapen hebben we dus niet, ook omdat we om 5 uur in shenzen, de grens met Hong Kong, aankwamen.

Hong Kong is een fascinerende stad. Het is er hypermodern en er staan op een klein stukje grond enorm veel wolkenkrabbers. Tegelijkertijd kan je restanten zien van de engelse aanwezigheid (toen ik er 15 jaar geleden was, was het nog Engels) en natuurlijk wonen er vooral veel Chinezen. Verder bestaat Hong Kong uit een aantal eilanden met in de niet bebouwde gebieden een tropisch regenwoud. Hoewel ik Hong Kong prachtig vind zou ik er denk ik toch niet willen wonen. Het is er namelijk ontzettend duur en de expat cultuur aldaar vind ik niet erg gezellig. Bovendien is Hong Kong vooral een stad voor de financiele sector en iedereen spreekt er bijna engels dus er is weinig behoefte aan engelse leraren.

Onze slaapplek in Hong Kong was Chunking Mansions. Een fenomeen op zich. Op de duurste straat van Kowloon (het vastelandgedeelte van Hong Kong) waar vooral hele dure winkels en hotels staan, verrijst ook het aftandse Chunking Mansions. Alleen hier is enigszins betaalbare accomodatie te vinden. In het gebouw werken nagenoeg alleen Indiers en Pakistanen die belwinkels, indiase restaurants of bollywoodmuziekwinkels in het pand hebben. Buiten het pand hangen 24 uur per dag hangen Nigerianen rond die zich met meer duistere zaakjes bezig houden. De eigenaar van ons hotel was een Indiase Sikh en op zich was onze kamer prima toen Casper en Stijn er nog waren. Toen ze echter weg waren sliep ik de laatste nacht in een kamer die zo smal was dat ik mijn benen niet eens kon strekken, en dat voor 17 euro per nacht.

In Hong Kong hebben we de stad verkend en zijn we met de star ferry gegaan (het icoon van Hong Kong) en ook zijn we heel hoog in twee bekende wolkenkrabbers geweest. Verder zijn we een dag naar Lamma gegaan, een eiland op 30 minuten van het centrum waar het heel groen is en waar geen auto's mogen komen. Stijn heeft er nog even gezwommen.

De avond nadat we op Lamma waren hadden Stijn en Casper een optreden geregeld in een jazzclub in het centrum van Hong Kong island. De lokatie was super en ze speelden lekker, ondanks dat ze geen drummer hadden. Ook kregen ze nog even bijval van de zanger Bobby Taylor, een oudere man uit Vancouver die claimde dat hij nummers had geschreven voor Michael Jackson. Toen we het later nacheckten op wikipedia leek zijn verhaal inderdaad te kloppen. Het was die avond gezellig ondanks dat er bijna niemand was en ze speelden ook lekker todat de eigenaar van de club dacht dat hij wel even mee kon drummen, hij bakte er niets van. Toen was eigenlijk het hek van de dam want daarna wilde een klant ook drummen en uiteindelijk stond een dronken brit een geimproviseerd nummer te zingen over hoeveel hij van zijn vrouw hield, echt niet om aan te horen. Toch hebben Stijn, Casper, ik en Alexa (onze vriendin in Hong Kong) veel plezier gehad die avond. Ter afluiting zijn we nog met een biertje op de kade van Kowloon gaan zitten om te kijken naar de nachtelijke Skyline van Hong Kong island.

Helaas vertrokken Stijn en Casper de volgende dag met de trein naar Beijing. Niet zo heel leuk als je 2 maanden met vrienden hebt gereisd, maar inmiddels weet ik weer hoe fijn het is om alleen te reizen. De dag daarop ben ik via Guangzhou terug naar Kunming gegaan.

Na een paar dagen in Kunming te zijn geweest moet ik zeggen dat het me wel bevalt. De lucht is er niet zo vervuild en het is er het hele jaar door rond de 20-25 graden. Bovendien is het met 3 miljoen mensen voor chinese begrippen een slaperig middelgroot stadje. Bovendien ligt Kunming in Yunnan, waarschijnlijk de mooiste en meest diverse provincie van China.Ik zit erover te denken om over 2 maanden werk te zoeken in Kunming maar ik weet niet of dat makkelijk is en of ik er veel zal verdienen, ik kijk wel.

Na Kunming ben ik met de bus naar Jinghong gegaan vlakbij de grens met Laos. Jinghong was interessant omdat het eigenlijk een mix is tussen China en zuidoost Azie. Ik heb er de botanische tuinen en een warmwaterbron bezocht.

Nu ben ik dus in Laos (Luang Nam Tha) en ik geniet hier enorm. De mensen zijn supervriendelijk en de natuur is prachtig. Gisteren heb ik een 125 cc scooter gehuurd waarmee ik samen met een italiaan een aantal dorpjes in de omgeving heb verkend. Onderweg hebben we misschien wel 25 verschillende vlinders gezien die allemaal anders waren! Op een gegeven moment reden we lags een huis in een dorpje waar een feestje an de gang was. We werden uitenodigd om erbij te komen zitten en werden volgegoten met bier en Lao Lao (zelfgestookte alcohol) waarna we gepusht werden om mee te dansen (in rondjes op een langzame beat). Ook hebben we nog even gezongen want er was en microfoon en een keyboard. Heel erg leuk. Het was ook opmerkelijk dat de mensen konstant aan het lachen waren en echt heel vriendelijk.

Ik zit er nu over te denken om een Honda scooter te kopen en hier een maand door het land te reizen. Het lijkt mij de beste manier om het land te zien. Later kan ik dan in het zuiden van het land de scooter weer voor een beetje minder verkopen. Daarna wil ik nog even naar Cambodja en dan naar Thailand, waarna ik van plan ben om naar China terug te keren.

dinsdag 3 augustus 2010

Centraal Azie



Hier een selectie van mijn foto's uit Centraal Azie (Klik op de foto)

zondag 1 augustus 2010

Foto's China



Een selectie van de foto's tot nu toe in China staan Online!(klik op het plaatje)

donderdag 29 juli 2010

Chengdu

Na wederom een lange tijd van radiostilte kan ik toch weer even tijd vrijmaken om jullie op de hoogte te stellen van mijn belevenissen. Het grote verschil tussen met vrienden en alleen reizen is dat als je alleen bent je veel meer tijd hebt om dingen voor jezelf te doen (zoals je blog bijwerken). Maar vooral met vrienden die enigszins een tijdsdruk hebben is het programma toch vrij vol.
 
Na aankomst van Stijn en Casper in Beijing hebben we met zijn vieren 's avonds nog wat gedronken in een echt frans cafe om de hoek van het hostel. In dat cafe werkte die avond toevallig Willy uit Volendam, die op haar 17e naar Beijing vertrokken is en er inmiddels al 5 jaar woont. Best indrukwekkend. Met haar zijn we later nog twee avonden op stap geweest. De volgende ochtend is Paul weer naar Nederland vertrokken.
 
In Beijing hebben we natuurlijk de verboden stad bezocht. Heel heel heel druk ondanks de regen maar toch indrukwekkend. Het meest spectaculaire hierbij was toch de heuvel achter de verboden stad waar we een uitzicht over het hele paleizencomplex hadden. Ook was de entreeprijs maar een fractie van de verboden stad. Verder hebben we in Beijing de Temple of Heaven bezocht en de parken van het het oude zomerpaleis. Ook zijn we bij het CCTV gebouw geweest, eigenlijk twee torens de hoog in de lucht met elkaar verbonden zijn, met een knik, van de nederlandse architect Rem Koolhaas. Zoek maar op op internet.
 
Wat helemaal fantastisch was aan onze tijd in Beijing was dat Stijn en Casper twee keer hebben kunnen spelen (Stijn speelt contrabas en Casper speelt piano), Stijn heeft een poosje geleden in Nederland namelijk een Chinees uit Beijing ontmoet die via via een jazzcafe-eigenaar kende. Door de vrienden van deze Chinees zijn we zeer openhartig ontvangen en we hebben twee keer heerlijk gegeten. Voor ons is het soms namelijk lastig om eten te bestellen in een Chinees restaurant, menukaarten zijn vaak alleen in het chinees. Naast het eten kregen we ook gratis drinken in het jazzcafe en aangezien ik niet mee kon spelen heb ik toch flink genoten. Het was erg leuk om Casper en Stijn te zien spelen, ze spelen op hoog niveau, maar iedereen was ook superenthousiast over ze. De Jazz-scene in Beijing is namelijk erg klein en nog een beetje in de kinderschoenen. Desalniettemin heeft de cafe-eigenaar toch twee goede saxofoonspelers kunnen regelen, waarvan eentje onlangs nog gespeeld heeft voor Obama en Hu Jintao (president van China). Ook hebben Stijn en Casper een jazzliedje gespeeld met een meisje die dat nummer zelf gecomponeerd had, heel gaaf want ze had nog nooit eerder opgetreden.
 
Na beijing zijn we doorgereisd naar Luoyang. Luoyang ligt niet ver van Xi'an en het is ook meerdere malen de hoofdstad van China geweest. Vandaag de dag is het een typisch Chinese stad met veel lelijke moderne gebouwen en veel luchtvervuiling. Toch was het voor Stijn en Casper interessant om het echte dagelijkse leven van Chinezen te zien, zonder veel andere toeristen. Ook waren er in de omgeving van Luoyang een aantal interessante bezienswaardigheden, zoals de Longmen Caves en de White Horse Temple (de oudste Boeddhistische tempel in China). We zijn niet naar het nabijgelegen Shaolin Klooster geweest, de geboorteplaats van kung fu, omdat het originele complex vernietigd is tijdens de Culturele Revolutie, maar ook omdat het te duur en te druk schijnt te zijn.
 
Na Luoyang waren we van plan om een trein van 20 uur naar Chengdu te nemen maar toen we op het station aankwamen bleek dat de trein vertraagd was. Dit werd veroorzaakt door zware regenval en aardverschuivingen op zeven plekken langs de route. Het probleem zou opgelost worden maar we wisten niet wanneer de trein weer zou vertrekken dus ons resteerde niets anders dan te wachten op het station. Uiteindelijk werden het 17 uur! Er waren geen zitplekken meer (mede omdat de wachtkamer op de begane grond helemaal blank stond) dus we besloten een plekje te zoeken op de eerste verdieping. Omdat we toch een beetje wilden rusten/slapen heeft stijn een paar krantjes gekocht om op te liggen, met onze tassen als kussen. Uiteindelijk hebben we toch nog eventjes kunnen slapen totdat we werden wakkergemaakt met de mededeling dat de trein over 5 minuten zou vertrekken. Overigens dankzij een vriendelijke engelssprekende student want er was niets op de borden te lezen en er werd ook niets in het Engels omgeroepen. We haalden de trein maar ternauwernood, ondanks dat ik een beetje langzaam was. De treinrit die 20 uur zou duren, duurde uiteindelijk meer dan 30 uur. Het landschap onderweg was echter spectaculair dwars door groene bergen en langs rivieren, watervallen en beekjes.
 
Nu zijn we dus in Chengdu. Chengdu is een relaxte stad met veel groen en het ziet er hier relatief welvarend uit. Ons hostel is een erg hip designer-hostel en er zijn een aantal smaakvol ingerichte cafeetjes in de straat. Eergisteren zijn we, omdat we behoefte hadden aan wat natuur, naar mt. Emei gagaan. Mt. Emei is een heilige Boeddhistische berg op ruim 3 uur rijden van Chengdu. Omdat de reis ernaartoe vrij lang duurde kwamen we pas laat aan en konden we niet heel ver lopen voordat we een overnachtingsplek moesten zoeken. Toch was het een gouden greep om op dat tijdstip te gaan omdat de meeste toeristen (duizenden!) al naar huis gingen en het dus al heel snel supperrustig was en omdat we een hele sfeervolle tempel vonden om te overnachten. Vlakbij was ook een gezellig eetstalletje (Hard Wok Cafe) waar we lekker avondeten en ontbijt hebben gehad. Wat wel vervelend was, was dat er stukken glas in mijn bed lagen, die uit gebroken raampjes waren gevallen en waaraan ik bij het slapen gaan in het donker mijn hand openhaalde (het valt mee). De mensen van de tempel wisten hier, waarschijnlijk geen goed raad mee en ze lachten alleen een beetje, waarschijnlijk uit schaamte. Nadat er nog een stuk glas naar beneden viel bij het verschuiven van mijn bed drongen we toch echt aan op een andere kamer. 
 
De volgende dag (gisteren) zijn we vrij vroeg vertrokken voor een hele zware klim van ongeveer 6 uur, maar de uitzichten waren echt heel indrukwekkend. De bergen was heel groen en jungle achtig en er waren veel beken en watervallen. Door de vorm van de rotsen deed het ook allemaal erg chinees aan. Helaas hebben de de top niet helemaal kunnen bereiken omdat we weer op tijd in Chengdu moesten zijn. We worden er toch steeds weer mee geconfronteerd dat je China niet even kunt zien in een maandje, of in twee maanden of in zes maanden.
 
Vandaag hebben we de was gedaan (ook heel belangrijk) en later zijn we met de manager van het hostel naar het zwembad geweest. Ze vertelde namelijk dat ze in februari naar Phuket in Thailand ging maar dat ze niet kon zwemmen. Na 2,5 uur zwemmen kan ze al min of meer zelfstandig de schoolslag. Erg leuk en ook wel fijn voor mij om na lange tijd weer even te kunnen zwemmen (met 3000 andere Chinezen, dat wel).
 
Morgen pakken we de trein naar Kunming in Yunnan en nemen dan de bus naar Dali.
 
Nu moet ik gaan want mijn vrienden zijn al bij een optreden van een Maleisische Noise-rockband, het schijnt bizar te zijn!
 
 
 
 

woensdag 14 juli 2010

Beijing

Na een lange tijd zonder berichten, kan ik weer even tijd maken voor een beschrijving van de afgelopen tijd.

In turpan zijn we, zoals gepland, met een tour meegegaan. Eigenlijk ben ik hier niet zo een voorstander van maar we konden goedkoop mee omdat er al een aantal anderen meegingen en het minibusje vol moest. De excursie voerde ons eerst naar de flaming mountains. Op zich waren dit interessante bergformaties maar traditionele dorpje ernaast was interresanter. Hierna zijn we naar de Bezeklik thousand buddha caves gegaan maar dit was een teleurstelling omdat alle schilderingen of door de lokale moslims waren vernietigd of later uitgehakt waren door een Duitse archeoloog (en vervolgens verwoest in de tweede wereldoorlog) en het overgebleven deel is zwaar beschadigd tijdens de culturele revolutie. Vervolgens zijn we naar een lokaal waterkanalen-museum geweest (tourist-trap)en naar de ruines van Jiaohe, een enorme en goed bewaarde ruine op een eiland tussen twee rivieren. De ruines waren indrukwekkend maar het was ontzettend heet. Tijdens de excursie ontmoetten we ook een Belg die mijn reis in tegenovergestelde richting maakt. Met deze Belg (Sam) zijn we die avond ook naar een Oeigoerse dicotheek gegaan en het werd uiteindelijk een bizarre avond. Lokale Oeigoerse hits waarbij traditioneel in rondjes werd gedanst werden hier afgewisseld met pompende housemuziek. Ook kwamen we bij binnenkomst een Oeigoerse Michael Jackson-impersonator tegen die zijn show er net had opzitten maar uiteindelijk heeft hij speciaal ter ere van ons nog een show opgevoerd. Hij nam zijn taak serieus, hij sprong in het begin van zijn voorstelling zelfs van een speaker.

Na Turpan zijn we met de trein naar Dunhuang gegaan. Dunhuang is een oase op de rand van de woestijn en ooit was het de grens van het oude China. Vanaf hier is de cultuur ook echt Chinees. In Dunhuang zijn een aantal bezienswaardigheden maar we hebben helaas niet heel veel kunnen zien. De Mogao caves (een world heritage site) hadden een, voor chinese begrippen, enorm hoge toegangsprijs van 20 euro, exclusief een dure taxirit. Dus we besloten maar om niet te gaan. Wel zijn we naar de Zandduinen geweest en naar het crescent moon lake (halvemaanvormig meer midden in de zandduinen). Op zich mooi maar wederom duur en heel toersitisch.  De duinen waren  spectaculair want ze waren tientallen meters hoog en daarom ook heel zwaar om te beklimmen.

Na Dunhuang hebben we weer lange een nachttreinrit genomen van 24 uur , om uiteindelijk  in Xi'an aan te komen. Xi'an is  een van de oude hoofdsteden van China en het eindpunt van de oude zijderoute. In Xi'an hadden we voor het eerst het gevoel echt in China te zijn. Om de oude binnenstad van Xi'an loopt een enorme stadsmuur van 13,7 kilometer en meer dan 30 meter hoogte. Naast een stuk van deze muur te bewandelen zijn we ook naar de grote moskee in de moslimwijk geweest. Na alle moskeen die ik op deze reis gezien heb was deze toch echt heel bijzonder omdat deze moskee in een volledig chinese stijl was gebouwd (waardoor het meer van een boeddhistische of taoistische tempel weghad.)Ook hebben we in  Xi'an  de  great  goose pagoda en het obligatoire ;) terracottaleger bezocht. Vooral de schaal (grootte) van het terracottaleger vond ik imposant.

Natuurlijk zijn we ook uitgeweest in Xi'an en het bizarre van de discortheken hier was dat er politieagenten met witte helmen rondliepen die je op onvriendelijke doch dringende wijze duidelijk makketen dat je niet met een drankje of sigaret op de dansvloer mocht staan. Ook de dames die je tijdens het dansen kwamen storen om de vloer te boenen draagden niet echt bij aan de sfeer. Verder is het opvallend aan Chinese discotheken dat er enorm met geld gesmeten wordt. Er staan allemaal dure champagne, cognac en whiskymerken op de menukaart en het is kennelijk niet genoeg om gewoon een drankje te bestellen. Zo waren er gisteren in een discotheek meerdere tafels die vol stonden met volle drankflessen. Op een tafel waar drie jongens aan zaten stonden gisteren zeker 4 vijf liter flessen whisky en de rest van de tafel stond helemaal vol met literflessen (Ze waren pas halverwege de eerste fles en ze keken verveeld voor zich uit). De plotselinge enorme welvaart heeft in China kennelijk geleid tot een soort van leeg materialisme, iets wat ook te zien is aan de vele winkels van prada, gucci, louis vuitton en dergelijke.

Nu zijn we in Beijing (Peking), toch een grote mijlpaal omdat ik (en Paul trouwens ook, hij heeft misschien wel 1/3 deel van de totale reis meegereisd) zo een enorme afstand heb afgelegd. De reis hiernaartoe (12 uur) uit Xi'an was echt verschrikkelijk. Vanwege het vakantieseizoen in China zitten alle treinen namelijk vol en het was voor ons onmogelijk om een slaapplek te boeken. Er waren dus alleen nog hard seats en dit is op zich al heel vervelend omdat je rechtop moet zitten en er geen enkele pijnloze manier is om even te proberen te slapen, het wordt echter verergerd door de honderden mensen zonder zitplaats die in het gangpad zaten/lagen/stonden. Zelfs naar het toilet gaan was een hachelijke onderneming.

We hebben nog niet heel veel van Peking gezien maar het is een interessante stad. Naast de beroemde monumenten als de Verboden Stad, het Plein van de Hemelse Vrede en de nabijgelegen Chinese Muur zijn er oude wijken (Hutongs) waar je echt goed de chinese sfeer kunt proeven, we slapen overigens in zo'n wijk. Anderzijds zijn er ook hypermoderne gebouwen en dure shoppingmalls te vinden en het contrast kan dus bijna niet groter zijn. Het lijkt me interessant om naast de oude bezienswwardigheden toch ook nog wat moderne architectuur te gaan bekijken omdat er hier toch meer mogelijk lijkt te zijn dan in het door regeltjes beperkte Europa, Nederland in het bijzonder.

Morgen komen Stijn en Casper aan uit Nederland en helaas gaat Paul overmorgen alweer naar huis. Best jammer, want we hebben een leuke tijd gehad en we hebben beiden toch niet het gevoel dat we al een maand in China zijn (aan de andere kant lijkt de tijd in de bergen bij Pakistan superlang geleden). Ook is China zo groot dat je na een maand nog steeds het gevoel hebt dat je maar een fractie van het land gezien hebt.

Bedankt voor jullie aanhoudende interesse in mijn verhalen en tot het volgende bericht...


zaterdag 3 juli 2010

Weer een nieuw nummer

Aangezien ik in de provincie Xinjiang een sim kaart had gekocht, werkt hij in de rest van China niet. Waarschijnlijk heeft dit met de gevoelige politieke situatie te maken. Dit betekent dat ik vandaag een nieuwe sim kaart moest kopen en dat ik dus weer een ander nummer heb, namelijk: +86 18893625779

Verder kan ik via de mail dus wel posten op mijn blog maar ik kan het niet lezen, dus ook geen commentaren lezen.

Alles ik hier okee, we zijn nu nog in Dunhuang maar morgenochtend gaan we met de trein naar Xi'an (23uur!)

Natuurlijk hebben Paul en ik gisteren de wedstrijd gevolgd maar er was nergens een werkende TV in de buurt dus we hebben de wedstrijd enigszins kunnen volgen via internetradio. Toch hoopte ik eventjes dat ik terug was in Nederland. Ben benieuwd hoe de finale gaat lopen. Wordt het dan echt Nederland-Duitsland?


dinsdag 29 juni 2010

In China!

Het is alweer een poosje geleden dat ik voor het laatst een berichtje schreef. Dit heeft te maken met het feit dat blogger.com geblokkeerd is in China (facebook ook trouwens). Als het goed is moet ik ook berichtjes via de mail naar blogger.com kunnen sturen die dan meteeen op mijn blog komen te staan (wat ik nu probeer). Helaas kan ik echter niet lezen wat jullie reacties zijn. 

Ik ben nu overigens ook weer bereikbaar op mijn mobiele telefoon. Mijn nieuwe Chinese nummer is 0086 15276050214(...met de belbazaar kan dat tegen het bespottelijk lage tarief van 2 cent pm, instaptarief 40ct. 020-8118010  of met 0900-0812...) 

Terug naar het reisverhaal. De vliegreizen naar China verliepen vlekkeloos, al moet ik toegeven dat ik me niet erg op mijn gemak voelde in de Tupolev van Uzbekistan airways, van Tashkent naar Almaty. Het toestel zag eruit alsof het gebouwd was tijdens de sovjetunie en het was erg krap met slechte stoelen en weinig beenruimte. Na Almaty vloog ik naar Urumqi en daar ontmoette ik midden in de nacht Paukl op het vliegveld. We hadden allebei ruim een uur vertraging maar gelukkig kwamen we ongeveer tegelijkertijd aan. Omdat we allebei homger hadden zijn we even de stad in gegaan om wat te eten en daarna hebben we de rest van de nacht voor de deur van het gesloten vliegveld doorgebracht. Hoewel Paul al min of meer 36 uur wakker was ging het prima. Rond 8 uur 's ochtends konden we inchecken voor de vlucht naar Kashgar. 

Kashgar is een eeuwenoude stad en een legendarisch kruispunt van handelsroutes. Van oudsher is de bevolking Oeigoers, een centraal aziatisch volk dat een Turkse taal spreekt en dat verwant is aan het o.a. Oezbeeks, het Kirgizisch en het Kazachs. Helaas is er steeds minder over van de oude stad omdat de overheid er een enorme stadsvernieuwing heeft uitgevoerd. Maar toch zijn er nog oude delen van de stad waarin je je gemakkelijk honderden jaren terug in de tijd waant. Zo zijn er medicijnmannen met vreemde geneesmiddelen zoals slangenhuiden en gedroogde hagedissen en zijn er allerlei ambachtslieden zoals koperslagers. Ook staan er overl eetstalletjes (waar je voornamelijk de alomtegenwoordige shaslick kunt krijgen) 

Vanuit Kashgar besloten Paul en ik om de eigenlijk reis in China de laten beginnen bij de grens met Pakistan. Hiervoor gingen we via de Karakoram Highway het Pamirgebergte in. De Karakoram Highway is een van de mooiste routes in de wereld en kennelijk ook de hoogste snelweg ter wereld. Een belagrijke tak van de Zijderoute, van India naar China en Centraal Azie, liep vroeger via dezelfde weg. De eerste dag zijn we meteen doorgereden naar Tashkurgan, de laatste plaats van enige betekenis voor de grens met Pakistan om daar een hotel te vinden. Na aankomst en Check-in in het hotel waren we van plan om naar de Khunjerab pas te gaan, de grens met pakistan op 4800 of 5100 meter (we hoorden verschillende getallen). Gelukkig vonden we in de hotellobby twee medepassageirs, een Chinees en een Israelier, om een taxi mee te delen, waardoor de kosten voor ons natuurlijk gehalveerd werden. Eigenlijk waren we al te laat opm nog naar de pas te gaan en de militairen in Tashkurgan weigerden ons aanvankelijk door te laten. We hadden dit keer nog eens enorm veel geluk want de Chinese medepassagier bleek een politicologiestudent in Moskou te zijn en blijkbaar schreef hij wel eens stukjes voor het Xinhua persbureau, het staatspersbureau in China. Hij claimde dat hij een stukje over de pas wilde schrijven( misschien sprak hij de waarheid, dat weet ik niet precies) en dus lietren de soldaten ons door. Vanaf Tashkurgan was het nog een 130 km lange tocht door een hoge bergvallei tot dat we bij de grens aankwamen. Bij de grens kwamen we eerst bij de laaste Chinese grenspost. Bij deze grenspost moest er een soldaat mee om ons in de gaten te houden, gelukkig zat ik voorin maar op de acherbank moesten ze dus een paar kilometer met zijn vioeren zitten. Hier heb ik een grappige foto van gemaakt. Bij de daadwekelijke grens was hety erg koud en de lucht was er erg ijl, wat het ademhalen moeilijk maakte. 

Bij de grens hebben we een paar foto's gemaakt, zijn we even naar de pakistaanste kant gelopen en hebben we de hand geschud met een, natuurlijk erg vriendelijke, Pakistaanse grenswacht. 

Na onze overnachting in Tashkurgan zijn we terug naar het zuiden gegaan naar het Karakul meer. Dit prachtige blauwe meer ligt tussen de Muztagh Ata en mt. Kongur twee bergen van meer dan 7500 m. Bij dit meer hebben we een trektocht gemaakt, en een kleinere berg beklommen, waarna we in een Yurt hebben overnacht. Die nacht hebben we weinig geslapen omdat het stervenskoud was en aan het begin van de dacht had ik een stekende hoofdpijn van de rook (we kregen de yakmest in de kachel eerst niet goed aan!) We waren de volgende ochtend weer vroeg op, tegen wil en dank, maar de zonsopgang was prachtig. Diezelfde ochtend gingen we weer met de taxi naar Kashgar waar het vanwege de hitte nog moeilijk voor was te stellen dat we het die nacht zo koud hadden gehad. Die avond hebben we in het hostel 'the kite runner' gekeken, welke deels was opgenomen in Tashkurgan en in Kashgar, zelfs in de straat van het hostel.

Vanuit Kashgar zijn we met de trein naar Turpan (Tulufan) gegaan, een reis van 26 uur en de langste die we ooit gemaakt hebben. Maar de trein was redelijk comfortabel en we hadden bedden die beter waren dan in menig Chinees hostel. Bovendien werd er lekker eten verkocht in de trein. 

Nu zijn we dus in Turpan. Turpan ligt op 153m onder zeeniveau en het is de heetste pek in China (maximaal 49.6 c). Het valt vandaag gelukkig mee met de temperatuur en we doen verder ook rustig aan. Morgen maken we een kleine excursie naar de flaming mountains en een ruine en daarna gaan we met de trein naar Dunhuang, het echte begin van China....

zondag 27 juni 2010

Chinese phone number:

Lieve familie en vrienden,
hierbij mijn nieuwe Chinese nummer: 0086 15276050214. Bel je me Met belbazaar dan betaal je 2 cent p.m. als je eerst naar het nummer 0900-0812 belt en vervolgens in het menu mijn Chinese nummer intoetst!! Hoop je snel te spreken...

zondag 20 juni 2010

Morgen eindelijk naar China!

Gisteren heb ik tijdens de wedstrijd Nederland-Japan eindelijk mijn tickets ontvangen. Ik vlieg morgen (maandag 21 juni) om 4 uur naar Almaty in Kazachstan en na een transit van 3 uur vlieg ik daarna naar Unrumqi in China. Toevallig komt Paul een kwartier later aan in Urumqi en ik heb inmiddels ook dezelde vlucht als welke paul neemt geboekt voor de volgende ochtend, om 8.40 uur richting Kashgar. Al met al kostten de eerste twee vluchten 595 dollar en de laaste 178 dollar. Een flinke aanslag op mijn portemonne maar ik ben hier in ieder geval weg en ik tref Paul ook nog eens op tijd! Gelukkig is China goedkoop dus ik zal er zuinig kunnen leven om deze vluchten enigszins te kunnen compenseren. Na twee weken Tashkent en ongeveer een maand Centraal Azie ben ik blij dat ik verder kan. Ik heb hier op zich een goede tijd gehad maar ik had toch meer van Centraal Azie verwacht (vooral Turkmenistan was een koude douche na het hartverwarmende Iran), maar uiteraard is mijn beeld mede gekleurd door mijn gedwongen verblijf in hier Tashkent.

Ik heb verschillende berichten gehoord over de internetmogelijkheden in China. Tot voor kort waren alle westerse websites geblokkeerd in de westelijke province Xinjiang (waar ik met Paul als eerste doorheen zal reizen.) maar het is mogelijk dat ik hier tegenwoordig wel weer gewoon online zou kunnen. Ik kan het echter niet beloven. Ook is Facebook waarschijnlijk in heel China geblokkeerd, jammer maar niets aan te doen. Verder zal ik proberen om net als in Iran weer een lokale sim kaart aan te schaffen zodat familie en vrienden me goedkoop kunnen bellen. Natuurlijk is het ook handig om hotels mee te reserveren etc. Maar ik weet niet hoe gemakkelijk het kopen van een sim kaart voor buitenlanders is.

Tenslotte wil ik iedereen hartelijk bedanken voor de interesse in mijn blog en voor de persoonlijke mailtjes, smsjes, telefoontjes en bovenal het medeleven (tijdens mijn tijd hier in Tashkent). Het is fijn om te weten dat er zoveel mensen zijn die mijn ontwikkelingen hier volgen!

woensdag 16 juni 2010

Zei ik Kazachstan? ik bedoelde China...

Vol hoop en verwachting ging ik vandaag naar de ambassade van Kazachstan, maar het mocht niet baten. Na een tijd wachten bleek dat het computersysteem van de Ambassade plat ligt en dat ze misschien pas op maandag weer visa kunnen verstrekken. Ik heb geen zin meer om hierop te gaan wachten want ik weet inmiddels hoe moeilijk het is om die ambassade binnen te komen (zelfs als je netjes wacht heeft het geen zin om er al om 5 uur 's ochtends te zijn want ze zijn te langzaam en er zijn teveel wachtenden voor je, je moet echt een goede smoes hebben). Bovendien zal het alleen maar drukker zijn omdat er nu een heleboel mensen bij zullen komen die een visum willen. Het is echter niet zo erg als bij de Kazachse ambassade in Bishkek (de hoofdstad van Kirgizie)waar de organisator van een overlandreis naar australie (overland oddisey) vorig jaar met zes van zijn mannelijke passagiers heen moest om zich een weg naar binnen te vechten...letterlijk. Maar dit terzijde. Ik wilde toch al niet zo heel graag naar Kazachstan want er is weinig te zien en ik moet nu zo snel mogelijk in China komen omdat ik met Paul heb afgesproken. Ik ga nu dus proberen een ticket naar China te kopen maar omdat alles nu dicht is (avond) heb ik geen idee wanneer de eerstvolgende vlucht is, gelukkig is Stijn op dit moment even voor me aan het kijken. Ik hoop ook dat ik naar Kashgar of Urumqi kan vliegen, want peking is superver en ik zou dat weer terug moeten vliegen naar Kashgar. Morgenochtend ga ik proberen een kaartje te kopen en hopelijk ben ik hier dan snel weg. Als het mogelijk is laat ik jullie natuurlijk zo snel mogelijk weten waar ik heen vlieg en wanneer.

Mijn Poolse vrienden Pawel en Aga hebben nu overigens een groot probleem. Hun visum voor oezbekistan verloopt morgen en ze zijn met de motor dus ze kunnen ook niet vliegen. Heel erg vervelend voor ze en ze zouden wel eens flink in de problemen kunnen komen. Het laatste wat ik hoorde was dat ze een last minute visum voor Tajikistan probeerden te krijgen, ik hoop maar dat het ze lukt.

Morgen naar Kazachstan

Zoals het er nu naar uitziet kan ik vanmiddag eindelijk mijn Kazachse visum ophalen. In dat geval kan ik morgenochten met de taxi naar de grens en dan zo snel mogelijk naar almaty om te proberen om een treinkaartje naar Urumqi te regelen. Volgende week dinsdag moet ik al in Kashgar zijn om Paul daar te ontmoeten en ik hoop maar dat ik het op tijd red. Verder heb ik begrepen dat er in Kazachstan in toenemende mate problemen zijn met het land binnenkomen. Naast de corruptie vergeten de dounaniers soms om je een 'migration card' met stempel te geven, wat tot grote problemen kan leiden. Ik ben gelukkig gewaarschuwd en ik ben bewapend met de telefoonnummers van de Nederlandse Ambassade. Het gaat vast goedkomen. Hopelijk kan ik jullie snel vanuit Kazachstan een volgend berichtje sturen.

Ps. ik heb het inmiddels behoorlijk gehad met centraal azie maar we blijven vriendelijk glimlachen naar oom agent!

maandag 14 juni 2010

Gestrand in Tashkent...

Helaas zit ik nog steeds in Tashkent. Het is geen heel vervelende stad maar het is hier erg warm en ik heb het nu wel gezien. Gelukkig zijn er nog steeds andere reizigers en ik ben gisteren uitgenodigd om met een Pools stel mee te gaan naar de bergen. Aangezien Pawel en Agniezska met de motor reizen was het een enigszins riskante onderneming. Ik wilde toch graag mee dus uiteindelijk zat ik in mijn t-shirtje en met een geleende fietshelm (geen gezicht ook, vooral omdat de wind er steeds onderkwam en de helm veel te ver naar achteren schoof) achterop de motor bij Pawel. Door de bergen en op landweggetjes ging het prima maar ik genoot minder van scherpe bochten op de snelweg. Ook was het soms vervelend wanneer we rond de 100 km/u reden waardoor de harde wind ervoor zorgde dat de tranen langs mijn wangen stroomden. Toch was het een zeer geslaagde dag want we zijn bij een groot stuwmeer gestopt om te gaan zwemmen en later zijn we over een hele mooie bergweg teruggereden naar Tashkent.

Vandaag is een minder geslaagde dag omdat ik probeer een visum voor Kazachstan te regelen en daarom ben ik vanochtend om half 6 opgestaan om mezelf op de wachtlijst bij de ambassade te zetten. De andere wachtenden vertelden mij dat ik om 12 uur terug moest komen maar om 12 uur bleek dat de Ambassade voor de lunch dicht ging en dat de wachtlijst complete onzin was. Twee italianen waren er namelijk pas om 9 uur en door vriendelijk lachen en in de rij staan waren ze vlak voor 12 uur aan de beurt. Ik zou kunnen proberen om vanmiddag om 5 uur terug te gaan maar waarschijnlijk kan men dan alleen visa afhalen en niet aanvragen. Bovendien zou ik dan de voetbalwedstrijd Nederland-Denemarken mislopen! Al met al heel vervelend dus en waarschijnlijk kan ik pas aanstaande woensdagmiddag mijn visum afhalen (als het me morgenochtend lukt om de Ambassade binnen te komen). Een andere optie zou zijn om naar China te vliegen maar er zijn hoogstwaarschijnlijk geen directe vluchten naar Kashgar of Urumqi dus dan zou ik via Beijing moeten gaan, dat heel ver weg is. Bovendien zou ik natuurlijk liever niet vliegen.

Ik ga nu even lunchen en dan kijken wat de beste optie is...

zaterdag 12 juni 2010

Volgende bestemming Kazachstan!

Zoals jullie hebben kunnen lezen in de reactie door Emiel en Saskia op mijn vorige blogbericht. Is de grens tussen Oezbekistan en Kirgizie nu geheel gesloten. Dat versimpelt de situatie voor mij. Ik zal via Kazachstan naar China moeten reizen. Dit betekent dat ik maandagochtend heel vroeg (ong 4 uur 's ochtends naar de Kazachse ambassade moet om een goede plek op de wachtlijst te krijgen zodat ik misschien dezelfde dag of de volgende dag mijn visum op kan halen. En dan wil ik via Almaty naar Urumqi in China gaan en dan weer in Zuidwestelijke richting naar Kashgar. Dit is zoals gezegd heel ver om, het laaste stuk van Urumqi naar Kashgar is bijvoorbeeld een treinreis van 30 uur!

Ik heb inmiddels ook mijn sim kaart weer aan de praat gekregen maar natuurlijk ben ik mijn nummers kwijt. Misschien kunnen jullie mij even een smsje sturen met jullie nummer. (is gratis voor mij maar ik ga niet iedereeen terug smssen want dat is relatief duur) Mijn nummer is nog steeds 06-13886292.

vrijdag 11 juni 2010

Onrustig in Kirgyzie

Ik zie net op tijd (ik wilde vandaag of morgen vertrekken) dat het toch weer onrustig is in het zuiden van kirgyzie. Ik zal dus mij reisplannen moeten heroverwegen. Misschien dus via Kazachstan maar dan moet ik eerst een visum proberen te regelen. Ik heb inmiddels mijn sim kaart ontvangen (maar weet de pincode niet). Ik houd jullie op de hoogte!

Update: Ik neig op dit moment naar het halen van eren visum voor Kazachtan en dus maareen hele lange (en dure) omweg te nemen. Want zelfs als het grootse deel van Kirgizie veilig is moet ik toch nog langs Osh of anders via de Torugart pas (kirgizie-china), welke heel duur is om over te steken (geen offciele grenspost voor toeristen). In mijn hotel zitten nog steeds twee nederlanders (zie vorige blog) die contact op zouden nemen met het consulaat hier en de ambassade in almaty (kazachstan). ik wacht even af (sowieso kan ik nu geen visa aanvragen voor kazachstan omdat het weekend is). Nu ga ik kijken of ik nog even de tweede helft van de openingsmatch van de worldcup kan kijken (ik maak me niet teveel zorgen en jullie hoeven dat ook niet te doen want ik neem nooit onverantwoorde risico's)

donderdag 10 juni 2010

Bukhara-Khiva-Samarkand-Tashkent

Vanuit een snikheet Tashkent een nieuwe update over mijn reis in Oezbekistan tot dusver. Ik heb inmiddels mijn Kirgizische visum weten te bemachtigen en het land is naar alle waarschijnlijkheid goed bereisbaar. Alle berichten, van reizigers en ambassades, wijzen erop dat de rust in Kirgizie is teruggekeerd. Er zijn wel verkiezingen op 26 juni, maar dan ben ik het land alweer uit.
Voor mij is het nu nog wachten op mijn DHL pakketje met o.a. mijn sim kaart uit Nederland. Deze zou afgelopen maandag aangekomen moeten zijn maar helaas duurt het veel langer. Gisteravond is het pakketje uit Londen aangekomen in Taskkent maar nu ligt hij nog bij de douanecontrole. Ik probeer er alles voor te doen om te zorgen dat ik het pakketje voor het weekend krijg want anders moet ik hier nog langer blijven waardoor ik minder tijd heb om Kirgyzie te zien. Maar ik vermaak me hier goed, hierover later meer.
Helaas heb ik wederom pech met internet want ik Taskent ligt de snelheid van de internetcafe's weliswaar hoger dan in de rest van het land, maar hier is op de meeste plaatsen Hotmail geblokkeerd waardoor het heel moeilijk is om berichten te sturen of zelfs maar te lezen (vandaag kan ik alleen zien dat ik 11 berichten in mijn inbox heb en van wie maar het lukt me geen mogelijkheid om ze te openen). Ik begrijp niet zo goed waarom het geblokkerd is want facebook en andere mailaccounts doen het wel gewoon.



Terug dus naar Buchara. Na 4 nachten in deze mooie oude stad, overigens de geboorteplaats de beroemde geneeskundige Avicenna (of Ibn Sina) wiens handboeken over geneeskunde zelfs in Europa voor honderden jaren als leidraad werden gebruikt.
Vanuit Bukhara wilde ik naar Khiva gaan. Omdat ik er snel wilde zijn en omdat de bussen in Centraal Azie slecht zijn besloot ik een gedeelde taxi te nemen. Helaas was het al een uur of twee en er waren weinig mensen die nog richting Khiva wilden (of naar Urgench, een grote plaats daar vlakbij), dus het was wachten op andere passagiers...in de hitte. Na 2 uur zat de auto eindelijk vol en kondenwe vertrekken. De taxi was een Daewoo Nexia, de meest voorkomende auto in Oezbekistan, waarschijnlijk lokaal geproduceerd en zeer onconfortabel, hoewel hij er redlijk modern uitziet. We zaten met zijn drieen op de achterbank en het was eigenlijk te smal, dus de oudere heer naast mij besloot om zijn arm omhoog te doen zodat mijn schouder in zijn oksel zat, en er dus meer ruimte was. Helaas rook meneer niet zo fris dus mijn t-shirt rook 's avonds nog steeds naar oud zweet. Bovendien is het geen pretje om in het midden van de achterbank van een Nexia te zitten (afgezien van de beenruimte) omdat dat deel van de achterbank een harde vulling heeft, de veringen slecht zijn en de 5 uur durende weg door de woestijn naar Urgench natuurlijk heel hobbelig is. Na drie uur had ik een enorme pijn in mijn zitvlak en probeerde ik af en toe te verzitten de pijn enigszins minder te laten worden en mentaal een soort van afleiding te zoeken. Wat is reizen toch romantisch...

's avonds was ik dus in Khiva. Khiva is een oud stadje in de regio Khoresm (Kwarizm) de streek waar Abū ʿAbdallāh Muḥammad ibn Mūsā al-Khwārizmī ook vandaan kwam. Al-Khwarizmi was een beroemde wiskundige (en geleerde op het gebied van andere wetenschappen) en van zijn naam is het woord algoritme afgeleid. Een van zijn boeken heette Al-Jebr en hiervan komt ons woord Algebra.
Khiva is een mooi stadje, maar het is niet zo groot. Bovendien is het allemaal erg stil en te goed gerestaureerd waardoor het meer een openluchtmuseum zonder leven is geworden. De grote aantallen europese groepstoeristen dragen bij aan dit beeld. Toch is het erg mooi en wel de moeite waard om er twee nachten door te brengen. Zoals gewoonlijk in oude islamitische steden staan er veel moskeen medressa's en paleizen.

Daarna wilde ik verder richting Samarkand. Omdat ik onder geen beding weer met een Nexia of met de bus wilde, besloot ik de nachttrein te nemen. De nachttrein (13 uur) was een oude sovjettrein, maar redelijk comfortabel en ik heb toch een paar uurtjes kunnen slapen.
Ik ben me ervan bewust dat de naam Samarkand voor sommige mensen beelden van duizend-en-een-nachten oproept, maar er is veel veranderd. Het Samarkand van vandaag is een moderne stad. Behalve de nodige monumenten als de wereldberoemde Registan (een plein met drie enorme medressa's) is er weinig over van de oude stad. Het grooste deel van Samarkand stamt uit de sovjettijd en wordt op dit moment in rap tempo opgeknapt. Rondom de bezienswaardigheden zijn groene parken en promenades aangelegd. Verder is de stad vrij rijk en er is van alles te krijgen in de supermarkten en restaurants.
Het guesthouse waar ik sliep was een hele leuke plek. Er waren continu zo'n 15 a 20 andere (langetermijn) reizigers en het was leuk om verhalen en tips uit te wisselen. Bovendien was het goedkoop. Het enige nadeel was de slechte kwaliteit van de bedden, maar dit is geen verassing na 2,5 maand reizen. In het guesthouse zaten opvallend veel fietsers (maar ook motorrijders, automobilisten en rugzakreizigers zoals ik) die uit europa kwamen gefietst en richting China of verder gingen. In Samarkand heb ik lekker rustig aan gedaan voor een paar dagen en ik ben onder andere naar de lokale hammam (niet voor toeristen) geweest onder andere omdat ik al een tijd last heb van mijn bovenbeen waar ik de door de masseur eens flink door de mangel ben gehaald. Het is totaal anders dan de zachtaardige new-age massages zoals we die in het Westen kennen, meer een soort martelgang waarbij je al je wervels en gewrichten hoort kraken. Naderhand voel je je desalniettemin als herboren.

Na Samarkand wilde ik afgelopen naar Taskent. Ik had al een kaartje voor de avondtrein gekocht maar de aankomsttijd zinde me niet heel erg omdat het lastig is om in Tashkent betaalbare accomodatie tevinden. Gelukkig boden Emiel en Saskia uit Oss me aan om met hen mee te rijden! Emiel en Saskia (www.flipflopsonholiday.com) zijn momenteel met hun toyota landcuiser op een jaar lange reis door onder andere Afrika, het Midden-Oosten en Azie. Onderweg zijn we twee keer aangehouden door de politie (een keer voor het oprijden van een afgesloten brug en een andere keer voor te hard rijden, beide keren hadden we echter niets in de gaten en het is de vraag of het wel klopte) Bij de brug moesten we de agenten omkopen met ansichtkaarten uit Nederland en bij de snelheidsovertreding dachten we dat we dollars moesten geven maar we (Emiel) kregen onze dollars gewoon terug, we weten nog steeds niet waarom. Bij aankomst in Samarkand hadde we veel geluk want er was voor ons alledrie plek in het enige betaalbare hotel in deze stad, welke elke avond vol zit. Het is hier wederom gezellig vanwege de vele reizgers. Het bemachtigen van het Kirgizische visum was lastig vnwege het, al eerder beschreven lange, wachten in de hitte maar het was uiteindelijk goed te doen en ik ben correct geholpen.
Verder is Taskhkent een grote stad met circa 2,1 miljoen inwoners en ook erg modern. Er is een uitgebreid metronetwerk, stammend uit de sovjettijd, met interessante stations, maar hiervan mogen helaas geen foto's worden gemaakt omdat ze ook zijn gebouwd als atoomschuilkelders. Er is ook veel cultuur voor weinig op te snuiven. zo was ik eergisteren bij een opera voorstelling en gisteren bij het ballet, beiden voor 2,5 dollar! Op de eerste rang natuurlijk. Ik ga kijken of ik vanavond misschien naar een klassiek concert kan. Hopelijk kan ik morgen mijn pakketje afhalen zodat ik morgen ook zou kunnen vertrekken. In dit geval kan ik met Emiel en Saskia meerijden naar Kirgizie. Anders moet ik hier nog zeker tot maandag blijven.

Als het goed is moet er gewoon internet zijn in de grotere plaatsen Kirgizie maar ik weet niet hoe snel ik weer in de gelegenheid ben om te bloggen. Ik zal proberen om af en toe een berichtje te posten. Tot snel en groeten uit Tashkent!

maandag 7 juni 2010

Berichtje uit Tashkent

Omdat ik al een tijdje niets van me had laten horen wilde ik even laten weten dat het goed met me gaat en dat ik momemnteel in Taskent (hoofdstad van Oezbekistan) ben. Vanwege een vermoeiende dag bij de Kirgizische ambassade (komt goed maar ik hoop dat ik morgen en overmorgen niet nog eens 3,5 uur moet gaan zitten wachten) heb ik nu te weinig energie om een uitgebreid verhaal te typen, dus dat komt later...

zaterdag 29 mei 2010

Turkmenistan

De vorige keer was ik gebleven bij het verlaten van Iran en het binnengaan van Turkmenistan. De weg naar de grens was echt fantastisch: uitgestrekte papaver/klaprozenvelden op glooiende en op de duur werd het steeds hoger en kaler met geplooide rotsformaties. Bij de grens ging alles relatief vlot maar het contrast tussen beide landen was duidelijk te merken. De Iraanse genswachten waren bijzonder vriendelijk en we zwaaiden nog lachend naar elkaar, maar de Turkmeense duane was een stuk norser (er was een enkele vriendelijke bij) en je voelde meteen de sfeer van het oude communisme hangen. Een van de douaniers/soldaten (een jongen van amper 20) probeerde nog geld van me af te troggelen, maar ik begreep niet zo goed waarvoor. Toen ik nee zei droop hij dan ook gauw af. Daarna met een taxibusje met een rotgang richting Asqabat. De chauffeur was namelijk een wedstrijdje aan het houden met zijn collega en we reden zo hard dat het linkervoorwiel aan het roken was toen we bij de laatste grenspost aankwamen.
Asqabat (dat vlakbij de grens ligt) is werkelijk een hele bizarre stad. De vergelijking is vaker gemaakt maar het is een kruising tussen disneyland en Las Vegas, met een communistisch sausje eroverheen. Gouden beelden van de (voormalige) president, heel veel marmeren wolkenkrabbers, nagenoeg lege straten en op elke straathoek een politieagent. Nog elke dag worden er nieuwe kolossale gebouwen gebouwd en de oude stad (arme wijken uit de sovjettijd) wordt langzaam opgeslokt door deze surrealistische nieuwe stad. Ik zat in een homestay (guesthouse) inhet oude gedeelte maar aan het eind van de straat begon de nieuwe stad. Het was erg moeijlijk te voinden omdat geneen taxichauffer wist waar het was. Ik zeg taxichauffeur, maar in werkeijkheid is elke auto een taxi. Als je bij de weg gaat staan stopt er weldra iemand die een centje wil bijverdienen. Het guesthouse was vrij groot en had een binnenplaats, waar duiven gehouden werden. Omdat dit guesthouse de enige betaalbare overnachtingsplek bleek ontmoette ik hier een handvol andere reizigers, twee japanners die solo reisden, een frans stel en twee fransen op weg met de motor naar mongolie.
Met het franse stel ben ik naar de Tolkocka bazaar geweest, volgens de reisgids de meest levendige bazaar van centraal azie. Het was inderdaad interessant, vooral de dierenmarkt. We kwamen erachter dat een kameel zo rond de 950 dollar kostte, minder dan ik dacht en nog best betaalbaar! We kwamen echter tot de conclusie dat het lastig zou worden om het land binnen 5 dagen per kameel te doorkruisen (transit visum) en lieten het er dus maar bij. Na de bazaar wilden we eigenlijk naar een kabelbaan die hoog de bergen in ging maar die bleek moeilijk te bereiken te zijn en misschien wel gesloten. We stonden ook nog even voor het naitonale museum van Turkmenistan, een enorm protserig en megalomaan gebouw, maar we lieten ons afschikken door de ingangsprijs van 10 dollar. Waasrschijnlijk zou het toch met name volstaan met nationalistische propaganda. In de busrit terug naar het centrum kwamen we een vriendelijk lokaal meisje tegen die ons een beetje in de stad heeft rondgeleid en 's avonds zijn we met haar, het franse stel, een van de japanners en de franse motrrijders gaan eten. Tegen elven hadden we wel zin om nog wat te gaan drinken maar officieel sluit alles om 11 uur, vanwege de avondklok (theoretisch kan je worden gearresteerd als je na 11 uur over straat loopt). Alle cafe's en clubs met een vergunning in het centrum waren gesloten en toen we voor de deur van een van de clubs stonden kwamen we een aantal jongens tegen die ons wel naar een ander cafe wilden brengen. Het cafe bleek belachelijk duur te zijn, 5 dollar voor een biertje. Dit is het grote probleem met een stad die voornamelijk expats als buitenlanders heeft en maar weinig reizigers. Toen we weggingen begonnen de jongens die ons hadden gebracht om geld te zeuren terwijl ze eerst hadden beloofd om ons voor niks te brengen, een beetje vervelend, maar na een tijdje dropen ze af.
Buiten de nachtklok is er nog een andere rare wet in Turkmenistan die roken op straat verbiedt. Kon ik na een maand eindelijk een biertje drinken, was roken ineens verboden. Maar goed, zo erg was het ook weer niet.
Buiten de surrealistische hoofdstad is turkmenistan een erg arm land. De voornaamste inkomstenbron is aardgas (wordt allemaal in Asqqbqt gestoken) en voor de rest bestaat het land voornamelijk uit woestijn. De andere steden zijn erg armoedig en sinds het einde van de sovjetunie lijkt er niets veranderd te zijn. Na Asqabat ging ik naar Mary waar het enige hotel dat ik kon vinden een oud sovjet hotel was (sindsdoen nooit gerenoveerd, maar wel 20 dollar per nacht) De service was onbeschoft, toen ik vroeg of ik mijn baggage voor de vogende dag kon achterlaten zei de hotelmedeweker domweg nee. Tot overmaat van ramp werd ik ook nog eens ziek in Mary omdat een groezelige eetgelegenheid bij het station het enige was wat nog open was. Turkmenistan staat onder reizgers bekend als een plek waar je ziek kunt worden van het eten en helaas moest ik dit aan de lijve ondervinden. Bovendien is het drinkwater onveilig en vervuild met zware metalen (niet van gedronken natuurlijk).
In Mary was ik overigens op een gegeven moment op zoek naar een supermarkt om wat water en brood te halen toen ik bij een winkeltje binnenstapte dat sinds het einde van de sovjetunie niet veranderd leek te zijn (foto komt later). De hele winkel stond vol met ouderwetse russische produkten (zoals zeer grofkorrelig wc-papier)en de juffrouw achter de toonbank had een wit schort en zo'n wit papieren bakkerhoedje op. Ze was overigens heel vriendelijk en geinteresseerd en ze bood me een pot thee aan. Deze mevrouw vertelde mij (of beter gezegd: maakte mij duidelijk) dat ze van armeense afkomst was. Het is opmerkelijk dat heel centraal azie een lappendeken aan talen en volken is. Dit is van oudsher al zo maar ons aller Stalin heeft hier destijds nog een schepje bovenopgedaan. Zo schijnen er in Oezbekistan veel Koreanen te wonen!
De volgende dag wilde ik naar de ruines van Merv (vlakbij Mary) een stad die ooit Damascus en Baghdad rivaliseerde qua grootte en belangrijkheid. Tegenwoordig is er weinig van over omdat er sinds de invasie van Djenghis Khan geen mensen meer wonen (iedereen is destijds uit wraak afgeslacht, iets wat de mongolen wel vaker deden.) De oude stadsmuren zijn nu enorme aarden wallen en nog steeds een indrukwekkend gezicht. De ruine van een oude tempel wijst op de meest westwaartse verspreiding van het Boeddhisme.
Tijdens de taxirit naar en rond Merv ben ik verschillende keren in en uit de taxi gestapt (en nog even door de tandarts gebeld over een niet betaalde rekening) waardoor de telefoon uit mijn broekzak moet zijn gevallen. Heel vervelend dat dit voor de tweede keer moest gebeuren en baalde er even flink van maar gelukkig is er een twee de simkaart onderweg naar Oezbekistan dankzij mijn amsterdamse crisisteam.
Na Mary vertok ik richting Turkmenabat (flinke zandstorm onderweg!), op de grens met Oezbekistan, weer een troosteloze stad met een deplorabel sovjet hotel. Gelukkig was het personeel dit keer wel vriendelijk. De volgende ochtend nam ik een taxi richting de grens. Onderweg staken we met een ijzeren pontonbrug de Amu Darya rivier over, een grote rivier die ontspringt in Afghanistan en uitmondt in het (voormalige) Aralmeer.
Nu ben ik dus nog steeds in Bukhara, Oezbekistan. Het is hier mooi comfortabel en eigenlijk heel toeristisch. Helaas zijn het met name groepen oudere europese toeristen. Overal staan oude moskeen, caravanserais en medressas (scholen). Ikzelf slaap in een comfortabele bed & breakfast in de joodse wijk van de oude stad. Ik rust veel uit, bekijk af en toe wat en werk natuurlijk mijn blog bij. Gisteren ben ik naar een 16e eeuwse hammam geweest, lekker ontspannend en 's avonds ben ik bij een Tajiekse familie uitgenodigd om te komen eten. Ook hier is de gastvrijheid om over naar huis te schrijven.
Morgen ga ik weer verder, misschien rivhting Khiva, maar ik zie een beetje op tegen de rit door de woestijn en de hoge temperaturen aldaar, of anders richting Samarkand. Ook is volgens de website van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken de veiliheidssituatie in Kirgizie verbeterd dus ik onderzoek de mogelijkheid om toch via dat land (een klein stukje) naar China te gaan.Het zou me namelijk een paar duizend kilometer omweg schelen en bovendien heb ik al andere reizigers ontmoet die er net vandaan komen (en heel veel die er heen gaan). Maar ik kijk wel in Tasjkent (de hoofdstad van Oezbekistan) wat de beste optie is.
Het uploaden van foto's is weer een drama dus het zal moeten wachten tot Tasjkent ben ik bang. Tot de volgende update!

donderdag 27 mei 2010

Foto's

http://www.flickr.com/photos/50660318@N08/?saved=1

Het uploaden van foto's is lastig maar op bovenstaande link staan een paar foto's die ik in Turkmenistan heb gemaakt

Inhaalslag vanuit Oezbekistan

Terwijl ik probeer foto's te uploaden via het tergend langzame internet heb ik mooi even de tijd om mijn blog bij te werken (hoewel ik net een account heb aangemaakt op de fotowebsite flickr en dat lijkt sneller te gaan). Helaas schijnt het kaartje, waar ik altijd zo mooi mijn route op kan aangeven, niet te werken, en dit is al het derde internetcafe waar ik het probeer. Inmiddels ben ik dus van Ashgabat via Mary (en Merv) en Turkmenabat naar Bukhara in Oezbekistan gereisd. Maar laat ik met de laatste dagen in Iran beginnen:

Ik was blij dat ik weg kon uit Teheran na er veel te lang op mijn visa's te moeten wachten en ik had dankzij Nima een eersteklas nachttrein naar Mashad kunnen boeken.Natuurlijk kwam ik in een coupe met drie ontzettend vriendelijke Iraniers te zitten, ze spraken geen van allen echt goed engels dus twee van hen belden met kennissen die wel goed Engels spraken dus ik was weldra aan het bellen met heel enthousiaste en behulpzame vreemdelingen. Ik vertelde mijn medereizigers dat ik wellicht in Nishabur wilde uitstappen om de tombe van Omar Khayyam te bezichtigen. Een van mijn medereizigers, Ali, bleek in Nishabur te wonen en hij bood me aan om mij rond te leiden in zijn stad. Het zou een typische Grand Finale voor mijn tijd in Iran worden.
Eerst gingen we naar zijn huis waar we een typisch traditioneel ontbijt aten (geen schapentong dit keer, maar Iraans brood) en daarna ben ik de hele ochtend rondgereden rondom Nishabur. Naast de tombe van Omar Khayyam heb ik ook andere tombe's gezien en tuinen en de overblijfselen van het oude Nishabur, verwoest door een aardbeving. Bij de opgraving liggen nog een aantal skeletten precies zo als ze gevonden zijn (een beetje pompeii-achtig). Ook heeft Ali me een heligdom gewijd aan Imam Reza (belangrijke shiitische heilige) laten zien en een dorp/grote boerderij gebouwd van hout. In dit dorp stelde Ali mij voor aan de eigenaar (ik ben zijn naam vergeten).De eigenaar was een oude hippie de in de jaren 70 aan de berkeley universiteit in San Francisco gestudeerd (en gedoceerd) had. Ik werd uitgenodigd voor koffie in zijn houten huis in victoriaanse stijl (3 verdiepingen) waar hij me vertelde over zijn wilde tijd in San Francisco, maar ook over het feit dat hij nu ademhalingsproblemen had vanwege een gasaanval tijdens de Iran-Irak oorlog. Na de lange tour rond Nishabur gingen we terug naar het huis van Ali, waar zijn vrouw een heerlijke uigebreide Iraanse maaltijd had klaargemaakt. Ali en zijn vrouw vroegen of ik alsjeblieft niet een nachtje kon blijven slapen maar dat ging niet omdat mijn visum de volgende dag zou verlopen. Ze waren teleurgesteld maar ze begrepen het en Ali zou me naar het busstation brengen, maar eerst kreeg ik nog een boek met vertalingen van Omar Khayyam, compleet met de originele perzische teksten en illustraties. Veel te zwaar natuurlijk om helemaal mee naar China te slepen (heb ik dus moeten achterlaten in een guesthouse). Het bovenstaande is geen uitzondering in Iran, iedereen die er geweest is kan een of meerdere van dergelijke verhalen vertellen. Verder dus met de bus naar Mashad. In Mashad kwam ik aan bij Vali's non smoking homestay Vali was dus een fervente anti-roker, hij was echter niet thuis toen ik aankwam dus zijn zoon kwam gelijk een sigaretje aan mij vragen. Het was verder gezellig bij Vali thuis en de slaapzaal was meteen een tapijtenopslag want Vali handelde hierin. Later kwam er ook nog een zwitsers stel aan die met de fiets richting China gingen. De volgende ochtend moestik om half 6 op mom op tijd bij de grens met Turkmenistan te zijn...
(ik zit alweer een paar uur in het internetcafe dus de volgende keer meer verhalen)

woensdag 26 mei 2010

Bukhara, Uzbekistan

Hallo, Ik ben veilig in Uzbekistan aangekomen. Bukhara is mooi en goedkoop (10 dollar per nacht) vrij toeristisch dus lekker om even bij te komen. Vanavond of morgen probeer ik wat meer te schrijven.

Oh ja, inmiddels ben ik voor de tweede keer mijn telefoon kwijt (deze keer zat mijn nederlandse sim-kaart erin). Ik had er gisteren even flink de pest over in maar misschien is het maar beter zo, ik ben per slot van rekening op reisen het is niet de bedoeling dat ik de hele tijd bereikbaar ben (vlak voor ik hem verloor kreeg ik nog een telefoontje van de tandarts dat ik nog een openstaande rekening had). Ik kijk wel of ik in China een nieuwe kan kopen. Nu even kijken of ik mijn nummer kan blokkeren.

zaterdag 22 mei 2010

Turkmenistan

Inmiddels ben ik aangekomen in Ashgabat de hoofdstad van Turkmenistan. Het Internet is duur (zo'n 7 dollar per uur) dus ik ga hierna denk ik maar niet te vaak of helemaal niet internetten in Turkmenistan. Ik ben ook maar 5 dagen in Turkmenistan. Alles gaat goed en de reis door de bergen hiernaartoe was prachtig. Voor inhoudelijke verhalen wacht ik nog even tot ik in Oezbekistan ben. Nu ben ik van plan om te vieren dat ik weer alcohol mag drinken! (met mate natuurlijk, ik wil morgen veel zien in deze stad)

woensdag 19 mei 2010

okee de memorycard waarvan ik foto's wilde uploaden liggen waarschijnlijk nog in het hotel en bovendien is het internet hier, dankzij de regering, zo traag als vlooien op een teerton. Hopelijk lukt het me dus om ze in Oezbekistan te posten. Natuurlijk zijn jullie ook uitgenodigd voor mijn 36 uur lange marathondiavoorstelling bij thuiskomst! ;)

Oh ja facebook doet het weer niet en reken er maar op dat dat in centraal azie ook lastig gaat worden (vooral in Turkmenistan) verder is de overheid in Turkmensitan zo paranoia dat alle gesprekken worden afgeluisterd en dat alle dure hotelkamers vol met afluisterapparatuur zitten. Het is maar dat jullie het weten...

De laatse loodjes in Iran

Mijn tijd in Iran zit er alweer bijna op en ik ben me aan het voorbereiden op de reis naar Turkmenistan en verder. Best spannend want daar is het weer totaal anders (zeg maar een beetje zoals Noord Korea). In de tussentijd heb ik veel meegemaakt. Ik ben in een aantal steden in centraal Iran geweest, zoals Kashan een stad waar rozenwater (bijvoorbeeld voor ijs en parfum) wordt geproduceerd en waar hele mooie oude huizen staan. Later ben ik naar Yazd gegaan, misschien wel de oudst bewoonde stad ter wereld. Yazd ligt midden in de woestijn en alle huizen zijn er van leem en stro. De straatjes zijn er prachtig en je heb er echt het gevoel dat je in het midden oosten bent. Ook zijn er een aantal bezienswaardigheden zoals de Torens der Stilte (een soort zoroastrische begraafplaats),een zoroastrische vuurtempel (waar kennelijk al meer dan duizend jaar lang een vuurtje brandend wordt gehouden) en er is in Yazd een Zhurkhaneh. Dit is een soort van Iraanse sportschool. In deze sportschool wordt op het ritme van hypnotiserende beats en islamitisch gezang een soort vechtsport beoefend waarbij een groep jongens en mannen in een verlaagd gedeelte van de ruimte zware oefeningen staan te doen, onder andere met loodware houten knotsen. Het hotel in Yazd was overigens ook zeer geslaagd want het zat vol met andere reizigers die ook lange reizen aan het maken waren dus het was erg handig om tips uit te wisselen.
Na Yazd ben ik naar Esfahan afgereisd, de mooiste en interessantse stad die ik gezien heb in Iran. Tannaz, het meisje waar ik via stijn (en peter) mee in contact was gekomen was er zelf pas de volgende dag, dus zij stelde voor dat ik met haar moeder zou afspreken. Het was erg gezellig met Mahnaz de moeder van Tannaz en ze bood aan dat ik bij hen kon blijven logeren. Ik was die avond al ingecheckt bij een hotel dus ik besloot pas de volgende dag op het aanbod in te gaan. Het huis waar ik logeerde was heel luxe en vlakbij de rivier die door Esfahan loopt. Vanaf het balkon had je een prachtig uitzicht over de stad met een berg op de achtergrond. Natuurlik werd ik als gast ook getrakteerd op veel en lekker Iraans eten.
Volgens mijn reisgids (je weet wel welke) vertegenwoordigt Esfahan de ziel van Iran. Er zijn prachtige moskeen, paleizen, eeuwenoude bruggen en een enorm plein met daaromheen een bazaar waar je hele mooie tapijten en andere souvenirs kunt kopen. Helaas heb ik te weinig tijd gehad om alles goed te kunnen bekijken. Na twee nachten logeren bij Tannaz en Mahnaz ben ik richting Shiraz gegaan om Persepolis en naqs e rostam te bezichtigen, twee overblijfselen van het oude perzische rijk (verwoest door Alexander de Grote omstreeks 500 v.c.(?).) De reliefs waarop alle ondergeschikte volkeren van dit enorme rijk werden afgebeeld waren indrukwekkend. Later ben ik in Shiraz zelf naar de tombes van Hafez en Sa'di geweest, twee erg beroemde dichters uit de middeleeuwen wiens gedichten nog steeds door iedereen gelezen worden. De tombes zijn dan ook belangrijke toeristische trekpleisters voor Iraniers.
Na Shiraz ben ik weer naar Esfahan gegaan om het verjaardagsfeestje van Tannaz te kunnen bijwonen (en hier heb ik een heel andere kant van Iran gezien!) supergezellig maar ik moest midden in de nacht weer met de nachtbus naar Teheran. Nu dus weer in Teheran om mijn visa voor Turkmenistan en China te regelen. Gelukkig heb ik hier goede vrienden die me overal mee helpen maar verder is het een grote vieze stad en ik heb wel weer zin om verder te reizen. Morgenavond dus met de trein naar Mashad en misschien nog even langs de tombe van Omar Khayyam, de dichter waarnaar ik vernoemd ben, en dan riching de grens met Turkmenistan. Ik zal zo eens kijken of ik foto's kan uploaden...

Oh ja, de kans dat ik niet zal kunnen mailen of bloggen in Turkmenistan is aanwezig maar ik ben er hooguit 5 dagen (transit visum) dus misschien zullen jullie even moeten wachten totdat ik in oezbekistan ben voor het volgende bericht.

dinsdag 18 mei 2010

De lijnen staan weer open, hebben we een beller?

Vanaf heden ben ik weer bereikbaar en wel op het nummer 0098-9385214933. om goedkoop te bellen kunnen jullie eerst met het onderstaande 0900-nummer bellen (twee bloberichten hieronder). Ik ben nog tot 22 mei bereikbaar op dit nummer want op die dag ga ik ergens in de ochtend of middag te turkmeense grens over. Daarna ben ik voor uiterste noodgevallen weer bereikbaar op mijn nederlandse mobiele nummer.
Ik heb inmiddels ook mijn turkmeense visum, mijn chinese visum is in behandeling en die moet donderdag klaar zijn. Okee nu ben ik heel moe van al het geregel dus ik ga naar het hotel om een beetje te slapen. Ik hoop in de komende dagen nog een beetje te kunnen schrijven over mijn belevenissen in Iran.

Groeten,

Omar

maandag 17 mei 2010

Telefoon verloren

Helaas is het nu weer niet mogelijk om mij te bellen omdat ik mijn telefoon ben verloren. Misschien is hij in een taxi uit mijn broekzak gevallen. Morgen (vandaag is een nationale feestdag) haal ik meteen een niewe telefoon en een nieuw nummer. Die zal ik hier melden zodra ik hem heb. Groeten uit Teheran!

dinsdag 4 mei 2010

telefoonnummer

Ik heb inmiddels ook een Iraans nummer. het is (0098)9383854663 als je eerst belt met 0900-0819 betaal je het luttele bedrag van 7 centen per minuut! (bedankt stijn!)
Alles goed hier nog steeds, ik vertrek vandaag richting Kashan. En daarna naar Yazd en dan Isfahan. Heb hier een hele leuke tijd gehad met Parsa en Damon en hun familie en vrienden en ik ben overal mee naartoe genomen. Een uitgebreidere beschrijving komt nog. Wat ik de vorige keer was vergeten te vertellen, en wat ik jullie toch niet wil onthouden, was dat ik met koninginnedag schapenhersensoep en schapentong voor ontbijt heb gehad, iets wat hier beschouwd wordt als een delicatesse. Ik zou het zelf denk ik niet als zodanig omschrijven. Hoewel ik het helemaal opgegeten heb had ik op een gegeven moment moeilijk om naar binnen te krijgen. De smaak was op zich niet heel vies (het had nog het meest weg van draadjesvlees met veel vet) maar het idee hielp misschien niet echt. Ik beschouw het in ieder geval als een overwinning dat ik het toch geprobeerd heb. Later meer verhalen...

zaterdag 1 mei 2010

Teheran!

Vanwege mijn drukke programma en omdat er maar weinig internetcafe's zijn heb al een poos niets kunnen schrijven. Maar het gaat goed. In Tabriz ben in dus een familie tegengekomen die een broer (Kemal) over had die in Nederland woonde en al 18 jaar niet meer in Iran was geweest. Ik ben echt bijzonder gastvrij ontvangen door Kemal en zijn familie: Ik ben uitgenodigd bij ze thuis en ik mocht op de enige stoel in de kamer zitten (Iraniers zitten meestal op hun tapijt op de grond) en dit voelde in het begin wel een beetje ongemakkelijk, gasten wordern hier echter met zeer veel respect behandeld. Toen ik later na veel aandringen met ze op de grond mocht zitten eten (overigens heerlijk traditioneel Iraans eten) en ik na enige tijd een beetje last kreeg van het ongemakkelijk zitten werd mij aangeraden om toch maar weer op de stoel te gaan zitten want zij voelden zich erg bezwaard dat ik samen met hen op de grond zat. Naast alle eer en het heerlijke eten heeft Kemal ook een aantal foto's en een video van mij gemaakt om aan mijn ouders te geven als hij binnenkort weer in Nederland is, superaardig. Later hebben we ook nog een beetje gefilmd op de bazaar in Tabriz.
Na Tabriz ben ik bij de warmwaterbronnen van Sara'eyn geweest bij Ardabil. Op zich aangenaam maar het plaatsje was lelijk en er was verder weinig te doen. Daarna ben ik langs de kust van de Caspische zee naar Masuleh gegaan. Een heel mooi dorpje en de bergen dat al minstens duizend jaar oud is. Het was jammer dat het erg mistig was en dat het veel regende maar het gaf ook wel eeb bijzondere sfeer aan het plaatsje. Eigenlijk deed Masuleh me op meerdere manieren aan Nepal denken.
Nu ben ik Teheran en ik word al een paar dagen door Parsa en Damon op sleeptouw genomen. Ik heb hier onder andere een paar musea gezien zoals een paleis, de gevangenis van de geheime dienst van de Shah, het nationale museum en het nationale juwelenmuseum. Ook heb ik op de Nederlandse Ambassade Koninginnenacht gevierd (met alcohol want dat mag op ambassades) en gisteravond heeft Damon me meegenomen naar een echte Iraanse bruiloft, heel leuk om mee te maken. Verder is de sfeer in Iran heel relaxt en de mensen die ik tot nu toe ontmoet heb zijn ontzettend aardig en bovendien heel intelligent en ze weten dan ook veel over de situatie in hun land en in de wereld. Wat me ook opvalt is dat niemand een goed woord over heeft over de regering en al helemaal nier over de strikte wetten. Buiten het gebrek aan alcohol en de verplichte hoofddoekjes merk je hier echter maar heel weinig van en ik ben nog niet een keer door een agent aangesproken. Ik blijf nog een of twee dagen in Teheran want ik moet nog een aantal visa regelen en dan ga ik denk ik richting Kashan en Isfahan. Hopelijk kan ik later ok wat foto's posten maar dat kan ik niet garanderen. Nu zit ik in Parsa's winkel en ik wil hier ook niet te lang achter zijn computer zitten.

vrijdag 23 april 2010

Beter en in Tabriz-Iran!

Ik ben moe maar toch wil ik jullie allen even laten weten dat ik inmiddels veilig ben aangekomen in Tabriz. Ik was vanochtend niet ziek meer en daarom besloot ik zo snel mogelijk het druilerige Van te verlaten. Ik wilde via dogubeyazit gaan omdat ik daar de berg Ararat zou kunnen zien, als ik het goed heb de berg waar noach met zijn ark zou zijn gestrand, maar het was zo bewolkt en regenachtig dat er soms zelfs alleen dikke mist om onze dolmus (minibus) hing. Nog even een wat gevoelige discussie met een Koerd gevoerd over hun afscheidingsbeweging in Turkije en hun gevangengenomen leider (welke ik even niet bij naam zal noemen, misschien niet verstandig in het land waar ik nu ben) en een kopje thee met hem en zijn broers in Dogubeyazit gedronken. De grenscontrole verliep gesmeerd en ik stond binnen een kwartier in Iran. Vanuit het grensplaatsje bazargan heb ik een taxi genomen naar de volgende plaats ,Maku, waar na 2 uur wachten de bus naar Tabriz vertrok. In de bus ontmoette ik een Azeri-familie (bevolkingsgroep) die in Tabriz woont. Als veelbelovend eerste teken van de legendarische Iraanse gastvrijheid boden ze me aan om bij hen te blijven logeren, een aanbod dat ik moest afslaan. Ik wilde namelijk even op mezelf bijkomen in een comfortabel hotel. Dankzij de tip van stijn zit ik nu in het Morvarid hotel (het hotel waar hij vorig jaar met zijn Grand Tour light ook zat). Het is volgens mij niet heel goedkoop, 266112 (nog even uitrekenen) rial per nacht maar ik heb wel mijn eigen badkamer met douche en westers toilet. De familie waar ik dus naast zat spralk nauwelijks engels en om te vertalen gaven ze mij de broer van de vrouw van die familie aan de telefoon en toevalligerwijs bleek hij nederlands te spreken en zelfs een nederlands paspoort te hebben. Omdat ik het aanbod tot overnachten moest afslaan besloot ik maar wel voor te stellen om morgen thee met ze te gaan drinken, maar daar blijft het in Iran niet bij!! Ik heb meneer zijn eigen sim-kaart gekregen (morgen gaat hij eentje voor mijzelf kopen, begreep ik) zodat ik ze morgenochtend kan bellen omdat ze mij een rondleiding door de stad wilen geven. Oh, ja en ze hebben mij ook nog persoonlijk met een taxi naar het horel gebracht!
Tot slot nog wat praktische zaken: vanaf morgen heb ik dus een Iraans nummer dat ik ZSM. zal doorgeven en waarop jullie mij naar hartelust kunnen bellen :)
en Facebook lijkt geblokkeerd te zijn. Ik zal stijn of willem later wel even doorgeven wat mijn wachtwoord is zodat mijn internationale 'vrienden' ;) ook weten dat alls goed met me is. Dat is het denk ik voor nu, ik ben dus moe en ik moet Parsa, mijn contact in Teheran ook nog even mailen.

woensdag 21 april 2010

Het Van-meer

Vanuıt Van even een korte update. Eerst was ık ın Sanlı Urfa een van de mooıste steden dıe ık tot nu toe heb gezıen ın Turkıje. Omdat Urfa bıj de syrısche grens lıgt ıs de sfeer er heel arabısch\mıdden oosters. Volgens de overleverıng ıs abraham er geboren en de grot waar ın hıj gewoond heeft ıs nu een heılıgdom. Ook ıs er een mooı park met vıjvers met daarın heılıge karpers. Er ıs ook een echte (nıet toerıstısche) bazaar met verschıllnde delen voor verschılldende soorten handelaars, zo zıjn er koperslagers en handelaren ın stoffen. Op deze bazaar wordt ook veel (mesopotamısche) tabak verhandeld, ıets wat me goed uıtkwam omdat mıjn nederlandse shag bına op ıs. Ik heb voor omgerekend 10 euro een halve kılo tabak gekocht en mooıe vloetjes uıt damascus. Het probleem ıs alleen om de tabak een beeje vers te houden. Ik heb ook mıjn spıjkerbroek laten maken (voor nıks want degene aan wıe ık vroeg waar de kleermaker was nodıgde mıj uıt voor thee ın zıjn wınkeltje en hıj heeft het voor me betaald) overıgens zıjn de mensen steeds ontzettend vrıendelıjk, zoıets zou een nederlander nooıt doen. Na Urfa ben ık (ınmıddels weer alleen) met de zoveelste nachtbus naar Tatvan gereısd. Buıten de mooıe bergachtıge omgevıng en het meer was het een plaatsje met weınıg bezıenswaardıgheden. Tıjdens het avondeten heb ık waarschıjnlıjk ıets verkeerds gegeten (en ık heb ook kraanwater gedronken tıjdens het eten, beetje dom, maar eerder gıng het ook goed) en daarom was ık vandaag de hele dag zıek. De boottocht an 4 uur over het Van-meer was spectaculaır maar ık kon er weınıg van genıeten omdat ık belabberd voelde en het grootste deel van de reıs geslapen heb. Bıj aankomst ın het hotel hıer ın Van ben ık ook weer meteen gaan slapen. Ik denk dus dat ık maar een nachtje extra ın Van blıjf en pas op de 23e Iran bınnenga. Ik ga afronden, de fotos komen later wel.